BERGINGSLOON

Britse rechter: Smit en Japanse eigenaar hadden geen contract over lostrekken Ever Given

Er is geen contract tot stand gekomen tussen Smit Salvage en de Japanse eigenaar over de berging van de Ever Given. Dat is de uitspraak van het Britse High Court in de rechtszaak die Smit eind februari instelde tegen de Japanse eigenaar van het schip. De rechter zegt in zijn uitspraak dat er tijdens de eerste dagen van de berging wel is onderhandeld over de voorwaarden, maar dat het niet tot een overeenkomst is gekomen.

De Ever Given dwars in het Suezkanaal. Foto Royal Courts of Justice/Maxar

Met het oordeel van de rechter heeft Smit Salvage een belangrijke slag geslagen in de financiële afwikkeling van de berging. Smit had de eigenaar van de Ever Given voor het hof gedaagd omdat de Japanners moeilijk deden over de hoogte van de rekening voor de succesvolle actie van de Nederlandse bergers. Smit vond dat het recht had op extra betaling in verband met de bijzondere omstandigheden en het gevaar tijdens de berging. Dat de zaak zich afspeelde voor de rechter in Londen komt omdat de hier gevestigde High Court gespecialiseerd is in maritieme kwesties.

De Ever Given liep op 23 maart 2021 in het Suezkanaal aan de grond. Het schip vaart voor de Taiwanese rederij Evergreen maar is in eigendom van de Japanse scheepswerf waar het vijf jaar geleden van stapel liep. Met een capaciteit van meer dan 20.000 TEU is het een van de grootste containerschepen ter wereld. Omdat het schip dwars lag blokkeerde het alle scheepvaart compleet op deze belangrijke transportroute. De stremming duurde zes dagen en veroorzaakte een ontwrichting van het zeetransport tussen Europa en Azië.

Megaslepers

Het had allemaal nog veel erger kunnen uitpakken als Smit Salvage, onderdeel van Boskalis, niet snel en effectief had opgetreden. Smit maakte zijn reputatie waar en zag kans het 400 meter lange schip binnen een paar dagen vlot te trekken uit de zandige oevers van het kanaal. Dat tot grote opluchting bij de Egyptische autoriteiten, de wereldwijde scheepvaartgemeenschap en vooral de eigenaar van het schip. Want als veroorzaker van alle ellende zouden zij aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de gevolgschade die met de dag groter werd.

Grote dank van de Japanners aan Smit voor het kordate en doeltreffende optreden zou gepast zijn geweest. Maar het werd stank voor dank. Want nadat Smit bij de eigenaar van het schip aanklopte volgde er geen betaling. In plaats van een gul gebaar te maken betwistte de eigenaar de rekening. Die staat twee jaar na de berging nog steeds open. En dat bracht de partijen voor de rechter in Londen.

Mailwisselingen

In een uitspraak van ruim zestig kantjes zet rechter Mr Justice Andrew Baker van het hof uiteen hoe hij tegen de zaak aankijkt. Zijn conclusie: in alle hectiek in de eerste uren en dagen na de stranding hebben de partijen wel met elkaar overlegd over de voorwaarden. Maar ze hebben geen contract afgesloten. Dit ondanks de vele telefoongesprekken en mailwisselingen tussen de hoofdkantoren in Nederland en Japan waarin zeer gedetailleerd over de berging werd overlegd. Dat overleg ging over zaken als welk materieel moest worden ingezet en welke tarieven zouden gelden tot aan de clausule voor een opslag van 15% vanwege de moeilijke omstandigheden van de klus.

Maar tijdens de besprekingen, die onder grote tijdsdruk waren gevoerd, was geen overeenkomst tot stand gekomen, zegt de rechter nu. Er was bijvoorbeeld ook gesproken over de toepassing van het Lloyds Open Form-contract. Smit had daar in de gesprekken voor gepleit, blijkt uit de uitspraak. Bij een Lloyds Open Form-overeenkomst kan de berger snel aan de slag omdat de bepaling van de hoogte van de declaratie wordt overgelaten aan een commissie van onafhankelijke rechters. Achteraf dus, zodat de berger snel aan het werk kan. 

Bergersloon

Alle stukken en verklaringen van beide zijden overziend concludeert de rechter dat er geen bindend bergingscontract ligt, dus geen afspraken vooraf en ook geen Lloyds Open Form. Smit kan nu als berger het bergersloon gaan claimen op basis van de International Convention on Salvage 1989 van de IMO. Dat is een no cure-no pay contract waarbij de beloning wordt gemaximeerd op de waarde van het schip en de lading. In de voorwaarden van dit standaardcontract staat bij de vaststelling van het bergersloon onder andere gekeken moet worden naar het succes van de operatie, het gevaar tijdens de actie, de vakkundigheid van de bergers en de snelheid waarmee is opgetreden.

Bij het begin van de zaak probeerden advocaten van de Japanse eigenaar de rol van Smit bij de berging te minimaliseren. De Suezkanaalautoriteit zou die hebben geleid en Smit Salvage voerde alleen maar uit, stellen zij. Ook zou het een gevaarlijk precedent zijn als redders eerst een contract sluiten en dan later alsnog meer geld proberen te claimen. Door het oordeel van de rechter is dat laatste in ieder geval niet meer aan de orde, want er was geen contract.

Miljard

Voor Smit Salvage staat de weg nu open om een declaratie in te dienen die haar mening recht doet aan de geleverde prestatie. Advocaten van Smit noemden eerder een bedrag van rond de 35 miljoen dollar. Met de toepassing van Salvage 1989 hoeven ze bij Smit niet bang te zijn om snel tegen een plafond aan te lopen. Want de waarde van het schip en de lading in de containers beloopt naar schatting ruim boven de miljard dollar. In vergelijking daarmee is het bergingsloon peanuts.

Lees ook:

Smit Salvage wil meer geld voor vlottrekken Ever Given

Boskalis-dochter Smit Salvage gaat helpen met schip Suezkanaal

Britse rechter: Smit en Japanse eigenaar hadden geen contract over lostrekken Ever Given | Schuttevaer.nl
BERGINGSLOON

Britse rechter: Smit en Japanse eigenaar hadden geen contract over lostrekken Ever Given

Er is geen contract tot stand gekomen tussen Smit Salvage en de Japanse eigenaar over de berging van de Ever Given. Dat is de uitspraak van het Britse High Court in de rechtszaak die Smit eind februari instelde tegen de Japanse eigenaar van het schip. De rechter zegt in zijn uitspraak dat er tijdens de eerste dagen van de berging wel is onderhandeld over de voorwaarden, maar dat het niet tot een overeenkomst is gekomen.

De Ever Given dwars in het Suezkanaal. Foto Royal Courts of Justice/Maxar

Met het oordeel van de rechter heeft Smit Salvage een belangrijke slag geslagen in de financiële afwikkeling van de berging. Smit had de eigenaar van de Ever Given voor het hof gedaagd omdat de Japanners moeilijk deden over de hoogte van de rekening voor de succesvolle actie van de Nederlandse bergers. Smit vond dat het recht had op extra betaling in verband met de bijzondere omstandigheden en het gevaar tijdens de berging. Dat de zaak zich afspeelde voor de rechter in Londen komt omdat de hier gevestigde High Court gespecialiseerd is in maritieme kwesties.

De Ever Given liep op 23 maart 2021 in het Suezkanaal aan de grond. Het schip vaart voor de Taiwanese rederij Evergreen maar is in eigendom van de Japanse scheepswerf waar het vijf jaar geleden van stapel liep. Met een capaciteit van meer dan 20.000 TEU is het een van de grootste containerschepen ter wereld. Omdat het schip dwars lag blokkeerde het alle scheepvaart compleet op deze belangrijke transportroute. De stremming duurde zes dagen en veroorzaakte een ontwrichting van het zeetransport tussen Europa en Azië.

Megaslepers

Het had allemaal nog veel erger kunnen uitpakken als Smit Salvage, onderdeel van Boskalis, niet snel en effectief had opgetreden. Smit maakte zijn reputatie waar en zag kans het 400 meter lange schip binnen een paar dagen vlot te trekken uit de zandige oevers van het kanaal. Dat tot grote opluchting bij de Egyptische autoriteiten, de wereldwijde scheepvaartgemeenschap en vooral de eigenaar van het schip. Want als veroorzaker van alle ellende zouden zij aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de gevolgschade die met de dag groter werd.

Grote dank van de Japanners aan Smit voor het kordate en doeltreffende optreden zou gepast zijn geweest. Maar het werd stank voor dank. Want nadat Smit bij de eigenaar van het schip aanklopte volgde er geen betaling. In plaats van een gul gebaar te maken betwistte de eigenaar de rekening. Die staat twee jaar na de berging nog steeds open. En dat bracht de partijen voor de rechter in Londen.

Mailwisselingen

In een uitspraak van ruim zestig kantjes zet rechter Mr Justice Andrew Baker van het hof uiteen hoe hij tegen de zaak aankijkt. Zijn conclusie: in alle hectiek in de eerste uren en dagen na de stranding hebben de partijen wel met elkaar overlegd over de voorwaarden. Maar ze hebben geen contract afgesloten. Dit ondanks de vele telefoongesprekken en mailwisselingen tussen de hoofdkantoren in Nederland en Japan waarin zeer gedetailleerd over de berging werd overlegd. Dat overleg ging over zaken als welk materieel moest worden ingezet en welke tarieven zouden gelden tot aan de clausule voor een opslag van 15% vanwege de moeilijke omstandigheden van de klus.

Maar tijdens de besprekingen, die onder grote tijdsdruk waren gevoerd, was geen overeenkomst tot stand gekomen, zegt de rechter nu. Er was bijvoorbeeld ook gesproken over de toepassing van het Lloyds Open Form-contract. Smit had daar in de gesprekken voor gepleit, blijkt uit de uitspraak. Bij een Lloyds Open Form-overeenkomst kan de berger snel aan de slag omdat de bepaling van de hoogte van de declaratie wordt overgelaten aan een commissie van onafhankelijke rechters. Achteraf dus, zodat de berger snel aan het werk kan. 

Bergersloon

Alle stukken en verklaringen van beide zijden overziend concludeert de rechter dat er geen bindend bergingscontract ligt, dus geen afspraken vooraf en ook geen Lloyds Open Form. Smit kan nu als berger het bergersloon gaan claimen op basis van de International Convention on Salvage 1989 van de IMO. Dat is een no cure-no pay contract waarbij de beloning wordt gemaximeerd op de waarde van het schip en de lading. In de voorwaarden van dit standaardcontract staat bij de vaststelling van het bergersloon onder andere gekeken moet worden naar het succes van de operatie, het gevaar tijdens de actie, de vakkundigheid van de bergers en de snelheid waarmee is opgetreden.

Bij het begin van de zaak probeerden advocaten van de Japanse eigenaar de rol van Smit bij de berging te minimaliseren. De Suezkanaalautoriteit zou die hebben geleid en Smit Salvage voerde alleen maar uit, stellen zij. Ook zou het een gevaarlijk precedent zijn als redders eerst een contract sluiten en dan later alsnog meer geld proberen te claimen. Door het oordeel van de rechter is dat laatste in ieder geval niet meer aan de orde, want er was geen contract.

Miljard

Voor Smit Salvage staat de weg nu open om een declaratie in te dienen die haar mening recht doet aan de geleverde prestatie. Advocaten van Smit noemden eerder een bedrag van rond de 35 miljoen dollar. Met de toepassing van Salvage 1989 hoeven ze bij Smit niet bang te zijn om snel tegen een plafond aan te lopen. Want de waarde van het schip en de lading in de containers beloopt naar schatting ruim boven de miljard dollar. In vergelijking daarmee is het bergingsloon peanuts.

Lees ook:

Smit Salvage wil meer geld voor vlottrekken Ever Given

Boskalis-dochter Smit Salvage gaat helpen met schip Suezkanaal