Column

‘Maar’ is een verraderlijk woordje

De eerste column wil je eigenlijk spectaculair aftrappen. Ik heb zoveel onderwerpen die ik wil voorleggen en bespreken met jullie, dat ik dan een keuze moet maken. Laat ik beginnen met een terugblik over een onderwerp dat steeds actueler wordt.

COLUMN

Deze week verbaast Carmen zich over het ministerie.

Op 1 december was het Smart Shipping Event, waar ik was uitgenodigd om te vertellen over het gebruik van de black box van Shipping Technology. Wij vielen daar op als ‘klein’ bedrijf tussen de grote reuzen, vooral ook vanwege onze insteek zo’n box in te zetten. Niet omdat je daar personeel mee kunt besparen op lange termijn, maar juist omdat het in onze ogen normaal is dat je goed voor je schip zorgt. En die box helpt daarbij.
Wij hebben drie eigen schepen die onder de noemer klein schip vallen, Kempenaren van een ruime 600 ton. Die worden steeds schaarser, dus goed ervoor zorgen is belangrijk.

Vergeten

Tijdens het event vielen we kennelijk op met zulke kleine schepen. Er kwamen verschillende mensen naar mij toe die verbonden waren aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ze maakten mij duidelijk dat men zich begint te beseffen dat de kleine scheepvaart en kleinere vaarwegen op het ministerie min of meer uit beeld zijn geraakt. Het ministerie richt zich immers op hoofdvaarwegen. De vraag was evenwel, waarom en hoe daar ook rekening mee moet worden gehouden.
Ik was eigenlijk wel verrast dat dit zo werd toegegeven en de vraagstellers leken open te staan voor verandering. Ik heb ze uitgenodigd met ons mee te varen op het traject Doesburg-Doetinchem, zodat ze het belang van kleine schepen letterlijk kunnen zien. Met het geven van mijn visitekaartje gingen zij graag op de uitnodiging in.

Meer aandacht

Er wordt de laatste weken trouwens veel over kleine schepen geschreven. Na een brandbrief gericht aan Brussel is de ASV daar uitgenodigd en KBN maakt zich ook al tijden hard voor diverse zaken. Maar er verandert nog niets.

De ‘maar’ in de vorige zin, laat je makkelijk vallen en is verraderlijk. Het is heel positief dat er meer aandacht is voor kleine schepen, alleen die ‘maar’ maait alles meteen weer omver. Dat is wat veel gebeurt in de scheepvaartwereld. Laten we proberen, hoe energievretend het ook is, om die ‘maar’ weg te laten.

Ik spreek ook mijzelf hierop aan. Zodoende heb ik een herinneringsmail gestuurd naar de beleidsmedewerker op het ministerie en hem en zijn collega’s nogmaals uitgenodigd mee te varen. Binnen een uur had ik een positieve reactie, dat ze inderdaad gaan meevaren.

Zo zie je dat een open houding zonder ‘maar’ altijd iets achterlaat. Misschien niet direct, zeker wel op de lange termijn.

Volgende week leest u hier een column van de Maritime Sisters.

Lees ook:

Nieuwe columniste Carmen Vennik: ‘Liefde voor het water zit in mijn DNA’

Maritime Sisters: Nieuw jaar, nieuwe ronde, nieuwe kansen

‘Maar’ is een verraderlijk woordje | Schuttevaer.nl
Column

‘Maar’ is een verraderlijk woordje

De eerste column wil je eigenlijk spectaculair aftrappen. Ik heb zoveel onderwerpen die ik wil voorleggen en bespreken met jullie, dat ik dan een keuze moet maken. Laat ik beginnen met een terugblik over een onderwerp dat steeds actueler wordt.

COLUMN

Deze week verbaast Carmen zich over het ministerie.

Op 1 december was het Smart Shipping Event, waar ik was uitgenodigd om te vertellen over het gebruik van de black box van Shipping Technology. Wij vielen daar op als ‘klein’ bedrijf tussen de grote reuzen, vooral ook vanwege onze insteek zo’n box in te zetten. Niet omdat je daar personeel mee kunt besparen op lange termijn, maar juist omdat het in onze ogen normaal is dat je goed voor je schip zorgt. En die box helpt daarbij.
Wij hebben drie eigen schepen die onder de noemer klein schip vallen, Kempenaren van een ruime 600 ton. Die worden steeds schaarser, dus goed ervoor zorgen is belangrijk.

Vergeten

Tijdens het event vielen we kennelijk op met zulke kleine schepen. Er kwamen verschillende mensen naar mij toe die verbonden waren aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ze maakten mij duidelijk dat men zich begint te beseffen dat de kleine scheepvaart en kleinere vaarwegen op het ministerie min of meer uit beeld zijn geraakt. Het ministerie richt zich immers op hoofdvaarwegen. De vraag was evenwel, waarom en hoe daar ook rekening mee moet worden gehouden.
Ik was eigenlijk wel verrast dat dit zo werd toegegeven en de vraagstellers leken open te staan voor verandering. Ik heb ze uitgenodigd met ons mee te varen op het traject Doesburg-Doetinchem, zodat ze het belang van kleine schepen letterlijk kunnen zien. Met het geven van mijn visitekaartje gingen zij graag op de uitnodiging in.

Meer aandacht

Er wordt de laatste weken trouwens veel over kleine schepen geschreven. Na een brandbrief gericht aan Brussel is de ASV daar uitgenodigd en KBN maakt zich ook al tijden hard voor diverse zaken. Maar er verandert nog niets.

De ‘maar’ in de vorige zin, laat je makkelijk vallen en is verraderlijk. Het is heel positief dat er meer aandacht is voor kleine schepen, alleen die ‘maar’ maait alles meteen weer omver. Dat is wat veel gebeurt in de scheepvaartwereld. Laten we proberen, hoe energievretend het ook is, om die ‘maar’ weg te laten.

Ik spreek ook mijzelf hierop aan. Zodoende heb ik een herinneringsmail gestuurd naar de beleidsmedewerker op het ministerie en hem en zijn collega’s nogmaals uitgenodigd mee te varen. Binnen een uur had ik een positieve reactie, dat ze inderdaad gaan meevaren.

Zo zie je dat een open houding zonder ‘maar’ altijd iets achterlaat. Misschien niet direct, zeker wel op de lange termijn.

Volgende week leest u hier een column van de Maritime Sisters.

Lees ook:

Nieuwe columniste Carmen Vennik: ‘Liefde voor het water zit in mijn DNA’

Maritime Sisters: Nieuw jaar, nieuwe ronde, nieuwe kansen