Toekomst van de binnenvaart

‘Kleine schepen moeten uitzonderingsregeling krijgen’

Een toekomst van de binnenvaart zonder kleine schepen ziet niemand zitten. Dus moet er een regeling komen die deze schepen vrijstelt van de CCR-overgangsbepalingen die vanaf 2035 gelden. ‘Een soort oldtimer-regeling’, zei Kees de Vries, die vrijdag 9 december te gast was bij Studio Schuttevaer om te praten over de toekomstvisie voor de binnenvaart die minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat onlangs naar de Tweede Kamer stuurde.

'We moeten zuinig zijn op de kleine schepen in de binnenvaartvloot.' Foto Sunniva Fluitsma

De Vries: ‘We hebben nog 10 jaar om ervoor te zorgen dat die bepalingen niet gaan gelden, anders kun je wel stoppen.’

Om dat te bewerkstelligen is wel een sterke lobby nodig voor de kleine binnenvaart, denkt De Vries.

Daarvoor zit Sunniva Fluitsma van de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV) ook in de studio. De ASV ziet het probleem al jaren aankomen en probeert met man en macht een ‘koude sanering’ te voorkomen. ‘Als je denkt dat die schepen pas over 10 jaar gaan stoppen, zit je fout. Dat is al veel eerder. Omdat er geen vertrouwen meer is in de toekomst. Je krijgt een omgekeerde modal shift. Alleen al in Nederland verdwijnt straks een miljoen ton lading van het water en krijg je 50.000 vrachtwagens extra op de weg. In Frankrijk, Duitsland en België is dat procentueel zelfs nog meer.’

Nieuwbouweisen

De CCR-overgangsbepalingen 2035-2041 stellen dat bestaande kleine schepen moeten voldoen aan nieuwbouweisen. Daarbij gaat het om afmetingen van de woning, de machinekamer en bijvoorbeeld ook de breedte van de gangboorden. Een onmogelijke opgave, zegt Fluitsma.

Uit de brief die minister Harbers naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, haalt Fluitsma geen positieve visie op de kleine schepen. ‘Je kunt het hebben over oude schepen of verouderde schepen, zoals in de brief gebeurt, maar daarmee zet je wel een beeld neer. Net zoals de redenen die worden genoemd om te stoppen, zoals geen opvolger. Dat komt juist doordat het vertrouwen in de toekomst weg is. Dan wil niemand het meer wagen met zo’n schip.’

Verborgen boodschap

De Vries ziet wel een verborgen boodschap in de brief van Harbers. ‘Een uitgestoken hand, zo van: laten we samen afspraken maken over die kleine schepen. Op die bestaande kleine binnenvloot moet je namelijk zuinig zijn.’

De Vries denkt wel dat het een illusie is te denken dat de CCR de technische eisen intrekt. Dat is in zijn ogen Europees onhaalbaar. ‘Als je een toekomst wilt voor kleine schepen, dan moet je een deal op nationaal niveau maken met het ministerie. Anders is het einde verhaal.’

Fluitsma wil liever hoger inzetten. ‘Die regelgeving is bedacht met als doel deze scheepscategorie te laten verdwijnen. Er zouden nieuwbouwschepen voor in de plaats komen. Maar dat is dus niet gelukt. Dan moet je op een gegeven moment tot de conclusie komen, dat je deze weg niet moet bewandelen. In de stukken waarop Harbers zich baseert, is ook te lezen dat er elke vijf jaar een evaluatie zou moeten plaatsvinden. Die heeft nooit plaatsgevonden. Ik zeg: laat dat eens gebeuren.’

Miljarden nodig

Naast de veranderende toekomst van de kleine binnenvaart, ziet De Vries de brief als een belangrijke stap voorwaarts. ‘Er staan ook dingen niet in, zoals het versneld geld uittrekken van achterstallig onderhoud. Dat mis ik. Ook het feit dat de minister zelf zegt dat er tussen de 5 en 10 miljard nodig is om te vergroenen, maar er slechts 20 miljoen subsidie vrijkomt voor Stage V-motoren, werpt vraagtekens op.

‘De inzet is, dat er straks veel geld nodig is voor de energietransitie. Maar dit kan ook Europees geld zijn. De regeling daarachter, daar kunnen we het niet over eens worden, is in de brief te lezen.’

Een van de oplossingen, die ook werd opgeworpen door de CCR, is een heffing op gasolie, waarvan de opbrengsten worden gestopt in een vergroeningsfonds.

Bijmengverplichting

Ook is er een boodschap van urgentie in de brief, zegt De Vries. ‘Verder uitstel van de bijmengverplichting van biobrandstoffen komt er na 2025 niet. Ook wordt er op het ministerie nagedacht over een verplichting tot modulair bouwen van nieuwe schepen. Dat vind ik een minder goed idee, want de ondernemer zou zelf die keuze moeten maken.

Fluitsma: ‘We hebben geen bezwaar tegen biobrandstof, als de veiligheid maar is gegarandeerd. Nu zijn er problemen; stilvallende motoren, verstopte filters. Dat zie je ook in het wegvervoer. Maar wij liggen vaker stil, wat de problemen verergert. Bovendien is de infrastructuur om biobrandstof te bunkeren er in Frankrijk en Duitsland niet.’

Fluitsma roept op tot strenge kwaliteitseisen. ‘Nu is dat hele bijmengen een soort schijnvergroening. Want als gaat meten aan de pijp, dan ben je veel vervuilender.’

Einde van de rit

De Vries: ‘De toekomst is duidelijk. Als je niet meedoet met vergroenen, gaat dat je veel geld kosten. De meerprijs die nu nog geldt voor hernieuwbare brandstoffen zullen in de nabije toekomst worden gecompenseerd met een CO2-heffing of opslag op fossiele brandstof. Als je niet bereid bent om mee te gaan, is dit het einde van de rit.’

Volgens Fluitsma hebben schippers altijd al hun uiterste best gedaan om aan de nieuwste eisen te voldoen. ‘Schuifluiken, kopschroeven, zonnepanelen. Die worden niet afgedwongen, dat doen we zelf. Ook met CCR2-motoren, een groot deel van de schippers deed dat uit zichzelf, omdat ze dat wilden.’

Fluitsma ziet ook kansen in de brief van Harbers, maar: ‘Ik heb heel erg het gevoel dat we praten over een toekomst voor een klein deel van de vloot.’

Lees ook:

Henry Steenbergen (Rabobank): ‘Uitkoopregeling nodig voor kleine schepen’

Spits Westropa vaart groen voor Tata Steel met biobrandstof en nieuwe motoren

‘Kleine schepen moeten uitzonderingsregeling krijgen’ | Schuttevaer.nl
Toekomst van de binnenvaart

‘Kleine schepen moeten uitzonderingsregeling krijgen’

Een toekomst van de binnenvaart zonder kleine schepen ziet niemand zitten. Dus moet er een regeling komen die deze schepen vrijstelt van de CCR-overgangsbepalingen die vanaf 2035 gelden. ‘Een soort oldtimer-regeling’, zei Kees de Vries, die vrijdag 9 december te gast was bij Studio Schuttevaer om te praten over de toekomstvisie voor de binnenvaart die minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat onlangs naar de Tweede Kamer stuurde.

'We moeten zuinig zijn op de kleine schepen in de binnenvaartvloot.' Foto Sunniva Fluitsma

De Vries: ‘We hebben nog 10 jaar om ervoor te zorgen dat die bepalingen niet gaan gelden, anders kun je wel stoppen.’

Om dat te bewerkstelligen is wel een sterke lobby nodig voor de kleine binnenvaart, denkt De Vries.

Daarvoor zit Sunniva Fluitsma van de Algemeene Schippers Vereeniging (ASV) ook in de studio. De ASV ziet het probleem al jaren aankomen en probeert met man en macht een ‘koude sanering’ te voorkomen. ‘Als je denkt dat die schepen pas over 10 jaar gaan stoppen, zit je fout. Dat is al veel eerder. Omdat er geen vertrouwen meer is in de toekomst. Je krijgt een omgekeerde modal shift. Alleen al in Nederland verdwijnt straks een miljoen ton lading van het water en krijg je 50.000 vrachtwagens extra op de weg. In Frankrijk, Duitsland en België is dat procentueel zelfs nog meer.’

Nieuwbouweisen

De CCR-overgangsbepalingen 2035-2041 stellen dat bestaande kleine schepen moeten voldoen aan nieuwbouweisen. Daarbij gaat het om afmetingen van de woning, de machinekamer en bijvoorbeeld ook de breedte van de gangboorden. Een onmogelijke opgave, zegt Fluitsma.

Uit de brief die minister Harbers naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, haalt Fluitsma geen positieve visie op de kleine schepen. ‘Je kunt het hebben over oude schepen of verouderde schepen, zoals in de brief gebeurt, maar daarmee zet je wel een beeld neer. Net zoals de redenen die worden genoemd om te stoppen, zoals geen opvolger. Dat komt juist doordat het vertrouwen in de toekomst weg is. Dan wil niemand het meer wagen met zo’n schip.’

Verborgen boodschap

De Vries ziet wel een verborgen boodschap in de brief van Harbers. ‘Een uitgestoken hand, zo van: laten we samen afspraken maken over die kleine schepen. Op die bestaande kleine binnenvloot moet je namelijk zuinig zijn.’

De Vries denkt wel dat het een illusie is te denken dat de CCR de technische eisen intrekt. Dat is in zijn ogen Europees onhaalbaar. ‘Als je een toekomst wilt voor kleine schepen, dan moet je een deal op nationaal niveau maken met het ministerie. Anders is het einde verhaal.’

Fluitsma wil liever hoger inzetten. ‘Die regelgeving is bedacht met als doel deze scheepscategorie te laten verdwijnen. Er zouden nieuwbouwschepen voor in de plaats komen. Maar dat is dus niet gelukt. Dan moet je op een gegeven moment tot de conclusie komen, dat je deze weg niet moet bewandelen. In de stukken waarop Harbers zich baseert, is ook te lezen dat er elke vijf jaar een evaluatie zou moeten plaatsvinden. Die heeft nooit plaatsgevonden. Ik zeg: laat dat eens gebeuren.’

Miljarden nodig

Naast de veranderende toekomst van de kleine binnenvaart, ziet De Vries de brief als een belangrijke stap voorwaarts. ‘Er staan ook dingen niet in, zoals het versneld geld uittrekken van achterstallig onderhoud. Dat mis ik. Ook het feit dat de minister zelf zegt dat er tussen de 5 en 10 miljard nodig is om te vergroenen, maar er slechts 20 miljoen subsidie vrijkomt voor Stage V-motoren, werpt vraagtekens op.

‘De inzet is, dat er straks veel geld nodig is voor de energietransitie. Maar dit kan ook Europees geld zijn. De regeling daarachter, daar kunnen we het niet over eens worden, is in de brief te lezen.’

Een van de oplossingen, die ook werd opgeworpen door de CCR, is een heffing op gasolie, waarvan de opbrengsten worden gestopt in een vergroeningsfonds.

Bijmengverplichting

Ook is er een boodschap van urgentie in de brief, zegt De Vries. ‘Verder uitstel van de bijmengverplichting van biobrandstoffen komt er na 2025 niet. Ook wordt er op het ministerie nagedacht over een verplichting tot modulair bouwen van nieuwe schepen. Dat vind ik een minder goed idee, want de ondernemer zou zelf die keuze moeten maken.

Fluitsma: ‘We hebben geen bezwaar tegen biobrandstof, als de veiligheid maar is gegarandeerd. Nu zijn er problemen; stilvallende motoren, verstopte filters. Dat zie je ook in het wegvervoer. Maar wij liggen vaker stil, wat de problemen verergert. Bovendien is de infrastructuur om biobrandstof te bunkeren er in Frankrijk en Duitsland niet.’

Fluitsma roept op tot strenge kwaliteitseisen. ‘Nu is dat hele bijmengen een soort schijnvergroening. Want als gaat meten aan de pijp, dan ben je veel vervuilender.’

Einde van de rit

De Vries: ‘De toekomst is duidelijk. Als je niet meedoet met vergroenen, gaat dat je veel geld kosten. De meerprijs die nu nog geldt voor hernieuwbare brandstoffen zullen in de nabije toekomst worden gecompenseerd met een CO2-heffing of opslag op fossiele brandstof. Als je niet bereid bent om mee te gaan, is dit het einde van de rit.’

Volgens Fluitsma hebben schippers altijd al hun uiterste best gedaan om aan de nieuwste eisen te voldoen. ‘Schuifluiken, kopschroeven, zonnepanelen. Die worden niet afgedwongen, dat doen we zelf. Ook met CCR2-motoren, een groot deel van de schippers deed dat uit zichzelf, omdat ze dat wilden.’

Fluitsma ziet ook kansen in de brief van Harbers, maar: ‘Ik heb heel erg het gevoel dat we praten over een toekomst voor een klein deel van de vloot.’

Lees ook:

Henry Steenbergen (Rabobank): ‘Uitkoopregeling nodig voor kleine schepen’

Spits Westropa vaart groen voor Tata Steel met biobrandstof en nieuwe motoren