Het schip dreef, bij windkracht 8 met uitschieters tot 10 en meer dan drie meter hoge golven, uit het vaarwater op de zandbank Süderoogsand af. De bomen met kornetten van het schip konden niet worden binnengehaald. De DGzRS ging direct met de reddingskruiser Eiswette van het station Nordstrand op weg.
Kort voordat de kotter zou zijn vastgelopen lukte het na enkel vergeefse poging een lijnverbinding te maken. Zowel de 19 meter lange en 100 ton zware kotter als de reddingsboot hadden nog maar erg weinig water onder de kiel voordat de kotter in dieper water gesleept kon worden.
Omdat op grond van de diepgang van de Eiswette de sleep pas in de ver verwijderde haven van Büsum terecht kon, werd de sleep halverwege overgenomen door de in Büsum gestationeerde reddingskruiser Theo Fischer. De Eiswette hoefde zodoende geen lange terugreis naar Nordstrand te maken. Na een sleeptocht van acht uur waarbij de windkracht af en toe tot 11 was opgelopen en de niet binnen te halen bomen de bewegingen van de kotter versterkten, werd kort voor middernacht de haven van Büsum bereikt.
Lees ook: