De 25 verschillende reglementen over de bemanning in de binnenvaart zorgen voor verwarring, daarom is de Europese Commissie bezig met één regeling.
In de enquete gaan de vragen zowel over de verschillende exploitatiewijzen en de scheepsuitrustingen. Wat betreft exploitatiewijzen wil KBN weten wat de voorkeur heeft, wanneer deze flexibeler worden gemaakt. Op het moment zijn er drie verschillende exploitatiewijzen: A1 (max. 14 uur achtereenvolgende vaartijd), A2 (max. 18 uur achtereenvolgende vaartijd) en B (24 uur).
Scheepsuitrusting
Wat betreft scheepsuitrusting wil KBN graag weten onder welke uitrusting het schip valt, S1 of S2. Ook is KBN benieuwd welke scheepsuitrusting invloed heeft op de samenstelling van de bemanning. Met andere woorden: kunnen technische ontwikkelingen bemanningsleden bij u aan boord vervangen?
Als laatste gaat de enquête over de bemanningsleden. KBN vraagt de invuller of de taak van een matroos ook gedaan kan worden door een deksman, dan wel onder voorwaarden. En of er situaties denkbaar zijn waarbij de bemanning (tijdelijk) verkleind kan worden.
Lees ook: