Brug en sluis bedienen op afstand is opletten en geduld tonen

Wederzijds begrip en respect. Dat is volgens sluis- en brugwachter Mirjam Rikken-Stoffels van Rijkswaterstaat het geheim van vlot doorstromend verkeer op het water en op de weg. En ze moet goed blijven opletten. Bij de Meppelerdiepsluis bedient ze niet alleen de plaatselijke brug en sluis. Ze doet dat ook op afstand.

(Lees hier het artikel in PDF-vorm.)

‘De kolk zo effectief mogelijk indelen is Tetris voor gevorderden. Echt mensenwerk.’ (Foto’s Helmut de Hoogh)
‘De kolk zo effectief mogelijk indelen is Tetris voor gevorderden. Echt mensenwerk.’ (Foto’s Helmut de Hoogh)
Al staat het nieuwe brug- en sluiswachtershuis in Zwartsluis er al vier jaar, alles ziet er nog puntgaaf en als nieuw uit. Zo ervaart ook Mirjam Rikken-Stoffels het nog steeds. Middels tientallen beeldschermen houdt ze de sluis en de brug voor het gebouw, in de gaten, maar ze bedient ook vier andere bruggen op afstand.De Meppelerdiepsluis heeft tussen 2013 en 2018 een flinke opknapbeurt gehad. Destijds was het nog een keersluis die dichtging bij hoog water en zo onder meer Meppel beschermde. Dan was de vaarweg gestremd. Tegenwoordig is het een schutsluis met schuivende deuren aan twee kanten. Meppel is nog even veilig, maar nu kunnen schepen ook met laag en hoog water van en naar het noorden van Nederland varen.

Met je hoofd werken

‘Onze hoofdtaak is schouwen’, vertelt Mirjam terwijl ze de muur aan beeldschermen nauwlettend in de gaten houdt. ‘Je moet wel met je hoofd bij je werk blijven.’ Behalve de brug over de Meppelerdiepsluis kan zij ook twee autobruggen en twee fietsbruggen in Meppel bedienen. Dat past in het beleid van Rijkswaterstaat om meerdere sluizen en bruggen veilig op afstand bedienbaar te maken.

Mirjam: ‘Er kan van alles gebeuren op zo’n brug. Maar mij krijg je niet zo snel gek. Bij filevorming, door werkzaamheden bijvoorbeeld, kan de brug niet open. Dan worden er soms met spoed verkeersbegeleiders ingezet. Voetgangers, fietsers, lesauto’s, ze gaan nog regelmatig door het rode licht.’

Beroepsvaart

Bij deze sluis in Zwartsluis heeft Mirjam nu in de winterperiode voornamelijk te maken met de beroepsvaart. Maar zij werkt ook bij andere bruggen en sluizen. Als onderdeel van de nautische pool bedient zij een gebied in Noordoost Nederland in een cirkel van ongeveer een uur rijden van haar huis. Zo werkt ze bij de Houtribsluizen bij Lelystad, in Zwolle of bij de Afsluitdijk. In de zomer is Mirjam voornamelijk te vinden op de Randmeren. Een nevenfunctie daar is het coördineren van de stewards. In de zomervakantie helpen zij de recreanten zo efficiënt mogelijk in de sluiskolk te krijgen.

‘Het gebeurt wel dat schippers het beter denken te weten dan de sluiswachter. Soms hebben ze gelijk, soms denken ze te makkelijk en missen ze het grotere plaatje. Zo zien ze vaak niet dat we meerdere objecten moeten bedienen en dat ze nog niet aan de beurt zijn. Als het hard waait, kun je de beroepsvaart niet laten wachten. Het ligt immers niet fijn voor een brug in de wind. Dan moet je keuzes maken en denken we met de schippers mee. Belangrijk is dat we wederzijds begrip en respect hebben voor elkaar.’

Bekijk hier ook de video van Rijkswaterstaat over bedienen op afstand:

Goede sfeer

‘De kolk zo effectief mogelijk indelen is Tetris voor gevorderden’, zegt Mirjam. ‘Echt mensenwerk. Je moet het inzicht hebben wie waar kan liggen, zodat de kolk zo efficiënt mogelijk ingedeeld wordt. Als de namen op de bootjes niet zijn te lezen, spreek ik mensen weleens aan met hun kleding. Die mevrouw met die panterprint: naar bakboord. En wil die meneer met de blauwe pet naar stuurboord gaan? Je ziet ze vaak kijken naar wat ze aan hebben. Oh ja, dat ben ik. Dat zorgt meteen voor een goede sfeer. Op elke sluis is er een omroepinstallatie. Helaas hebben recreanten bijna nooit een marifoon. Dat zou eigenlijk verplicht moeten worden. Dan kunnen ze horen wat er om hen heen gebeurt. Als de beroepsvaart eraan komt, weten ze wat ik met ze bespreek. In Nijkerk, bijvoorbeeld, is er veel beroeps- en recreatievaart. De beroepsvaart vindt soms dat ze voorgaan, maar dat is niet altijd zo. Als het druk is, schutten we beroepsvaart om en om. Zo’n kolk vol recreanten kan weleens wat tijd kosten. Sommigen durven niet aan te sluiten en weten niet of ze de voor- of de achterlijn eerst moeten vastmaken, anderen hebben moeite met de wind, zien hun bootje draaien en raken in paniek.’

‘Onze hoofdtaak is schouwen. Je moet wel met je hoofd bij je werk blijven.’
‘Onze hoofdtaak is schouwen. Je moet wel met je hoofd bij je werk blijven.’

IJs schutten

‘De winter heeft ook wel wat’, vindt Mirjam. ‘Je krijgt met hele andere dingen te maken dan in de zomer, zoals storm. Hoog en laag water heeft te maken met de afvoer van de rivieren, maar ook met storm. Tegenwoordig vriest het minder, maar afgelopen winter was het weer raak. Schepen moeten dan in konvooi varen, eventueel achter een ijsbreker. Bij de Lortentzsluizen had ik het geluk dat ik ijs moest schutten. Ik hou dan een kolkdeur open en laat er zoveel mogelijk ijs instromen. Daarna schut ik om en laat het ijs de Waddenzee opdrijven. Zo bevriezen de binnen- en buitenhaven minder snel. Dit maakt ook de winterperiode verrassend en afwisselend.’

Feestje in de kolk

‘Wat ik vooral mis in coronatijd is de chartervaart’, vertelt Mirjam. ‘Die klippers en tjalken met hele groepen erop varen onder andere bij de Lorentzsluizen in de Afsluitdijk. ’s Zomers gebeurt het dan tijdens de schutting weleens dat ze dan bovendeks komen met hun muziekinstrumenten en gaan spelen. Zo’n heerlijk sfeertje is dat. Soms vaart er iemand met vlaggetjes de sluis in. Dan probeer ik te achterhalen of er iemand jarig is. Als dat zo is, ga ik door de omroepinstallatie Lang zal ze leven zingen. Vaak zingt de hele kolk dan mee. Daar kan ik dan echt van genieten!’

Deze pagina wordt u aangeboden door Rijkswaterstaat.

Lees ook:

‘Betalen voor afval roept emotie op’

5 vragen aan… adviseur Incidentmanagement Peter de Wit

Brug en sluis bedienen op afstand is opletten en geduld tonen | Schuttevaer.nl

Brug en sluis bedienen op afstand is opletten en geduld tonen

Wederzijds begrip en respect. Dat is volgens sluis- en brugwachter Mirjam Rikken-Stoffels van Rijkswaterstaat het geheim van vlot doorstromend verkeer op het water en op de weg. En ze moet goed blijven opletten. Bij de Meppelerdiepsluis bedient ze niet alleen de plaatselijke brug en sluis. Ze doet dat ook op afstand.

(Lees hier het artikel in PDF-vorm.)

‘De kolk zo effectief mogelijk indelen is Tetris voor gevorderden. Echt mensenwerk.’ (Foto’s Helmut de Hoogh)
‘De kolk zo effectief mogelijk indelen is Tetris voor gevorderden. Echt mensenwerk.’ (Foto’s Helmut de Hoogh)
Al staat het nieuwe brug- en sluiswachtershuis in Zwartsluis er al vier jaar, alles ziet er nog puntgaaf en als nieuw uit. Zo ervaart ook Mirjam Rikken-Stoffels het nog steeds. Middels tientallen beeldschermen houdt ze de sluis en de brug voor het gebouw, in de gaten, maar ze bedient ook vier andere bruggen op afstand.De Meppelerdiepsluis heeft tussen 2013 en 2018 een flinke opknapbeurt gehad. Destijds was het nog een keersluis die dichtging bij hoog water en zo onder meer Meppel beschermde. Dan was de vaarweg gestremd. Tegenwoordig is het een schutsluis met schuivende deuren aan twee kanten. Meppel is nog even veilig, maar nu kunnen schepen ook met laag en hoog water van en naar het noorden van Nederland varen.

Met je hoofd werken

‘Onze hoofdtaak is schouwen’, vertelt Mirjam terwijl ze de muur aan beeldschermen nauwlettend in de gaten houdt. ‘Je moet wel met je hoofd bij je werk blijven.’ Behalve de brug over de Meppelerdiepsluis kan zij ook twee autobruggen en twee fietsbruggen in Meppel bedienen. Dat past in het beleid van Rijkswaterstaat om meerdere sluizen en bruggen veilig op afstand bedienbaar te maken.

Mirjam: ‘Er kan van alles gebeuren op zo’n brug. Maar mij krijg je niet zo snel gek. Bij filevorming, door werkzaamheden bijvoorbeeld, kan de brug niet open. Dan worden er soms met spoed verkeersbegeleiders ingezet. Voetgangers, fietsers, lesauto’s, ze gaan nog regelmatig door het rode licht.’

Beroepsvaart

Bij deze sluis in Zwartsluis heeft Mirjam nu in de winterperiode voornamelijk te maken met de beroepsvaart. Maar zij werkt ook bij andere bruggen en sluizen. Als onderdeel van de nautische pool bedient zij een gebied in Noordoost Nederland in een cirkel van ongeveer een uur rijden van haar huis. Zo werkt ze bij de Houtribsluizen bij Lelystad, in Zwolle of bij de Afsluitdijk. In de zomer is Mirjam voornamelijk te vinden op de Randmeren. Een nevenfunctie daar is het coördineren van de stewards. In de zomervakantie helpen zij de recreanten zo efficiënt mogelijk in de sluiskolk te krijgen.

‘Het gebeurt wel dat schippers het beter denken te weten dan de sluiswachter. Soms hebben ze gelijk, soms denken ze te makkelijk en missen ze het grotere plaatje. Zo zien ze vaak niet dat we meerdere objecten moeten bedienen en dat ze nog niet aan de beurt zijn. Als het hard waait, kun je de beroepsvaart niet laten wachten. Het ligt immers niet fijn voor een brug in de wind. Dan moet je keuzes maken en denken we met de schippers mee. Belangrijk is dat we wederzijds begrip en respect hebben voor elkaar.’

Bekijk hier ook de video van Rijkswaterstaat over bedienen op afstand:

Goede sfeer

‘De kolk zo effectief mogelijk indelen is Tetris voor gevorderden’, zegt Mirjam. ‘Echt mensenwerk. Je moet het inzicht hebben wie waar kan liggen, zodat de kolk zo efficiënt mogelijk ingedeeld wordt. Als de namen op de bootjes niet zijn te lezen, spreek ik mensen weleens aan met hun kleding. Die mevrouw met die panterprint: naar bakboord. En wil die meneer met de blauwe pet naar stuurboord gaan? Je ziet ze vaak kijken naar wat ze aan hebben. Oh ja, dat ben ik. Dat zorgt meteen voor een goede sfeer. Op elke sluis is er een omroepinstallatie. Helaas hebben recreanten bijna nooit een marifoon. Dat zou eigenlijk verplicht moeten worden. Dan kunnen ze horen wat er om hen heen gebeurt. Als de beroepsvaart eraan komt, weten ze wat ik met ze bespreek. In Nijkerk, bijvoorbeeld, is er veel beroeps- en recreatievaart. De beroepsvaart vindt soms dat ze voorgaan, maar dat is niet altijd zo. Als het druk is, schutten we beroepsvaart om en om. Zo’n kolk vol recreanten kan weleens wat tijd kosten. Sommigen durven niet aan te sluiten en weten niet of ze de voor- of de achterlijn eerst moeten vastmaken, anderen hebben moeite met de wind, zien hun bootje draaien en raken in paniek.’

‘Onze hoofdtaak is schouwen. Je moet wel met je hoofd bij je werk blijven.’
‘Onze hoofdtaak is schouwen. Je moet wel met je hoofd bij je werk blijven.’

IJs schutten

‘De winter heeft ook wel wat’, vindt Mirjam. ‘Je krijgt met hele andere dingen te maken dan in de zomer, zoals storm. Hoog en laag water heeft te maken met de afvoer van de rivieren, maar ook met storm. Tegenwoordig vriest het minder, maar afgelopen winter was het weer raak. Schepen moeten dan in konvooi varen, eventueel achter een ijsbreker. Bij de Lortentzsluizen had ik het geluk dat ik ijs moest schutten. Ik hou dan een kolkdeur open en laat er zoveel mogelijk ijs instromen. Daarna schut ik om en laat het ijs de Waddenzee opdrijven. Zo bevriezen de binnen- en buitenhaven minder snel. Dit maakt ook de winterperiode verrassend en afwisselend.’

Feestje in de kolk

‘Wat ik vooral mis in coronatijd is de chartervaart’, vertelt Mirjam. ‘Die klippers en tjalken met hele groepen erop varen onder andere bij de Lorentzsluizen in de Afsluitdijk. ’s Zomers gebeurt het dan tijdens de schutting weleens dat ze dan bovendeks komen met hun muziekinstrumenten en gaan spelen. Zo’n heerlijk sfeertje is dat. Soms vaart er iemand met vlaggetjes de sluis in. Dan probeer ik te achterhalen of er iemand jarig is. Als dat zo is, ga ik door de omroepinstallatie Lang zal ze leven zingen. Vaak zingt de hele kolk dan mee. Daar kan ik dan echt van genieten!’

Deze pagina wordt u aangeboden door Rijkswaterstaat.

Lees ook:

‘Betalen voor afval roept emotie op’

5 vragen aan… adviseur Incidentmanagement Peter de Wit