Minister Visser: ‘Schippers moeten informatie krijgen over gevaar in lading, zoals fosfine’

Minister Barbara Visser, Infrastructuur en Waterstaat, noemt het onacceptabel dat de schippers van de Coby, Imatra en Semper Spera niet wisten dat ze een met fosfine gegaste lading aan boord hadden. Zij pleit voor een betere informatievoorziening.

De Semper Spera was een van de drie schepen waar fosfine in de lading werd gevonden eind juli. (Foto AS Media)
De Semper Spera was een van de drie schepen waar fosfine in de lading werd gevonden eind juli. (Foto AS Media)

‘Op de wagons en in de ladingsdocumenten stond niet aangegeven dat de lading gegast was. Daarom wist niemand bij de overslag van trein naar de binnenvaartschepen dat de lading was gegast met fosfine’, zegt Visser in antwoord op Kamervragen van Kamerlid Sandra Beckerman (SP). De nieuwe minister benadrukt dat gebruik van fosfine geoorloofd is. ‘Het is een in Europa goedgekeurde stof.’

Antony Bouwmans van OOC, waar de lading van trein naar binnenvaartschip ging, liet eerder aan Schuttevaer weten dat er inderdaad geen document beschikbaar was voor de partij tarwe. Zij waren er dus niet van op de hoogte dat er fosfine in de lading zat.

Het probleem zit volgens Visser niet in het gebruik van fosfine, maar in de communicatie. Zij pleit voor aanvulling van de internationale regelgeving met ‘specifiek voor de binnenvaart op maat gemaakte transport-regelgeving voor agrarische producten die over de binnenvaart in bulk worden vervoerd.’ De minister vindt het vooral belangrijk, omdat schippers niet alleen werken aan boord, maar ook wonen.

Informatieketen

‘Schippers moeten informatie krijgen over eventuele gevaarseigenschappen van hun lading. Die informatie moet zijn opgenomen in de ladingdocumenten en de betrokken laadeenheden moeten ook correct worden gemarkeerd. Zo komen schippers te weten of de lading in een eerdere schakel in de transportketen gegast is.’ Momenteel maken de ILT en NVWA een eerste analyse van de kwetsbaarheden in de vervoersketen.

Strafrechtelijk onderzoek

‘Er loopt in opdracht van de Officier van Justitie nu een strafrechtelijk onderzoek, waarin de landelijke eenheid van de politie de regie heeft. De ILT deelt kennis over de regelgeving van het RID (vervoer gevaarlijke stoffen per trein) en waar nodig andere transportregelgeving. Andere toezichthouders kunnen op een later moment op basis van hun expertise ook bij het onderzoek betrokken worden’, laat Visser de Tweede Kamer weten.

De ILT heeft bij een volgend treintransport van dezelfde vervoerder geconstateerd dat er wederom sprake was van gegaste lading, zonder de benodigde documentatie en kenmerken.

Tarwe uit Polen

De drie schepen brachten eind juli tarwe uit Polen naar verschillende vestigingen van diervoederbedrijf De Heus Voeders. Bij de Coby in Utrecht werd tijdens het lossen ontdekt dat de er een te hoog gehalte fosfine aanwezig was. Daarna zijn de andere schepen gewaarschuwd en stilgelegd. Na een paar dagen kwam er een plan van aanpak om bij IJsseloog over te slaan. Daar stak provincie Flevoland een stokje voor en vervolgens gingen de schepen naar Hebo Maritiem Service in Lelystad. Daar hebben ze alledrie een aantal weken gelegen voordat de schepen de lading mochten lossen in Kampen.

Lees ook:

‘Hoe is het mogelijk dat er geen alarmbellen zijn afgegaan?’

Schepen eindelijk ontdaan van lading met fosfine

Minister Visser: ‘Schippers moeten informatie krijgen over gevaar in lading, zoals fosfine’ | Schuttevaer.nl

Minister Visser: ‘Schippers moeten informatie krijgen over gevaar in lading, zoals fosfine’

Minister Barbara Visser, Infrastructuur en Waterstaat, noemt het onacceptabel dat de schippers van de Coby, Imatra en Semper Spera niet wisten dat ze een met fosfine gegaste lading aan boord hadden. Zij pleit voor een betere informatievoorziening.

De Semper Spera was een van de drie schepen waar fosfine in de lading werd gevonden eind juli. (Foto AS Media)
De Semper Spera was een van de drie schepen waar fosfine in de lading werd gevonden eind juli. (Foto AS Media)

‘Op de wagons en in de ladingsdocumenten stond niet aangegeven dat de lading gegast was. Daarom wist niemand bij de overslag van trein naar de binnenvaartschepen dat de lading was gegast met fosfine’, zegt Visser in antwoord op Kamervragen van Kamerlid Sandra Beckerman (SP). De nieuwe minister benadrukt dat gebruik van fosfine geoorloofd is. ‘Het is een in Europa goedgekeurde stof.’

Antony Bouwmans van OOC, waar de lading van trein naar binnenvaartschip ging, liet eerder aan Schuttevaer weten dat er inderdaad geen document beschikbaar was voor de partij tarwe. Zij waren er dus niet van op de hoogte dat er fosfine in de lading zat.

Het probleem zit volgens Visser niet in het gebruik van fosfine, maar in de communicatie. Zij pleit voor aanvulling van de internationale regelgeving met ‘specifiek voor de binnenvaart op maat gemaakte transport-regelgeving voor agrarische producten die over de binnenvaart in bulk worden vervoerd.’ De minister vindt het vooral belangrijk, omdat schippers niet alleen werken aan boord, maar ook wonen.

Informatieketen

‘Schippers moeten informatie krijgen over eventuele gevaarseigenschappen van hun lading. Die informatie moet zijn opgenomen in de ladingdocumenten en de betrokken laadeenheden moeten ook correct worden gemarkeerd. Zo komen schippers te weten of de lading in een eerdere schakel in de transportketen gegast is.’ Momenteel maken de ILT en NVWA een eerste analyse van de kwetsbaarheden in de vervoersketen.

Strafrechtelijk onderzoek

‘Er loopt in opdracht van de Officier van Justitie nu een strafrechtelijk onderzoek, waarin de landelijke eenheid van de politie de regie heeft. De ILT deelt kennis over de regelgeving van het RID (vervoer gevaarlijke stoffen per trein) en waar nodig andere transportregelgeving. Andere toezichthouders kunnen op een later moment op basis van hun expertise ook bij het onderzoek betrokken worden’, laat Visser de Tweede Kamer weten.

De ILT heeft bij een volgend treintransport van dezelfde vervoerder geconstateerd dat er wederom sprake was van gegaste lading, zonder de benodigde documentatie en kenmerken.

Tarwe uit Polen

De drie schepen brachten eind juli tarwe uit Polen naar verschillende vestigingen van diervoederbedrijf De Heus Voeders. Bij de Coby in Utrecht werd tijdens het lossen ontdekt dat de er een te hoog gehalte fosfine aanwezig was. Daarna zijn de andere schepen gewaarschuwd en stilgelegd. Na een paar dagen kwam er een plan van aanpak om bij IJsseloog over te slaan. Daar stak provincie Flevoland een stokje voor en vervolgens gingen de schepen naar Hebo Maritiem Service in Lelystad. Daar hebben ze alledrie een aantal weken gelegen voordat de schepen de lading mochten lossen in Kampen.

Lees ook:

‘Hoe is het mogelijk dat er geen alarmbellen zijn afgegaan?’

Schepen eindelijk ontdaan van lading met fosfine