Gebrek aan communicatie pleziervaart grootste ergernis

Een vaarbewijs voor recreatievaart onder de 15 meter, uitgebreidere vaarlessen, marifoonplicht en beroepsvaart die vaker de scheepshoorn gebruikt. Die aanbevelingen kwamen vrijdag 18 juni naar voren in Studio Schuttevaer, die in het teken stond van de soms moeizame relatie tussen beroeps- en pleziervaart. ‘Gebrek aan juiste communicatie is de grootste ergernis’, zei spitsenschipper Roeland van Basten Batenburg. (Abonneer u gratis op de nieuwsbrief en lees de laatste editie van Weekblad Schuttevaer hier gratis).

'Beroepsvaart moet voorbeeldfunctie blijven vervullen op de vaarwegen.' (Foto Varen doe je samen!)
'Beroepsvaart moet voorbeeldfunctie blijven vervullen op de vaarwegen.' (Foto Varen doe je samen!)
  • ‘Kennis en kunde in pleziervaart te laag’

Van Basten Batenburg was te gast bij Studio Schuttevaer, samen met Andries de Weerd van Koninklijke BLN-Schuttevaer en Onno Walda van Varen doe je samen!. In de studio kwamen de verschillen en gelijkenissen tussen plezier- en beroepsvaart uitgebreid aan bod.

Van Basten Batenburg is schipper-eigenaar van de spits Veronica en begon een YouTube-kanaal om pleziervaarders te laten zien hoe de vaarweg eruit ziet vanuit zijn stuurhut. ‘Er waren veel discussies over op Facebook, waarop heel agressief werd gereageerd. Daar werd ik moe van, dus ik maak filmpjes, zonder commentaar. Vanuit mijn stuurhut en iedereen moet ermee doen wat ze willen.’

Grootste probleem volgens de oud-fotograaf is de slechte communicatie tussen de verschillende vaarweggebruikers. ‘Veel recreanten hebben geen marifoon. En dan heb je een probleem. De grootste ergernis is gebrek aan communicatie. Elk groot schip kan ik oproepen, van alles vragen en overleggen. Je krijgt 99 van de 100 keer antwoord. Bij pleziervaart is dat niet zo. Je hebt geen idee wat ze gaan doen.’

Vaarbewijs

De kleine schepen zijn niet vaarbewijsplichtig en veel jachtschippers nemen het ook niet zo nauw met de vaarregels, volgens Van Basten Batenburg. Daarom moet er volgens hem ook een vaarbewijs komen voor kleine recreatievaartuigen. ‘Of je nou met 14 of 16 meter vaart, dat maakt weinig uit. Ik denk dat je zelfs al bij een schip van 10 meter een vaarbewijs moet hebben’, zegt hij stellig.

Van Basten Batenburg doet de suggestie om een vaarbewijs verplicht te stellen op de hoofdvaarwegen. Maar dat komt hem op commentaar te staan van Walda. Dat zou teveel recreatievaart isoleren. Het wordt dan heel moeilijk om het land te doorkruisen.

Regiocoördinator De Weerd van BLN-Schuttevaer adviseert watersporters hoofdvaarwegen zoveel mogelijk te mijden en gebruik te maken van secundaire vaarwegen. ‘Daar zouden dan ook beter geen sluis- of bruggeld moeten worden geheven, zodat je het interessant maakt om die vaarwegen te gebruiken. De recreanten nemen de veilige route en wij de hoofdtransportas.’

Leren varen

Volgens Van Basten Batenburg hebben recreanten minder het gevoel dat ze moeten leren varen. ‘Ik vaar al 40 jaar, maar ik kan niet met een duwbak varen. Dus als mij dat zou worden gevraagd, dan zou ik dat eerst van iemand anders willen leren. Dat zie je bij de pleziervaart toch minder.’

De Weerd denkt dat simulatortraining bij een klein vaarbewijs niet zou mistaan. Veel watersporters zouden baat hebben bij dit soort praktijkonderwijs, maar er is volgens Walda weinig animo voor. Hij is het met de overige sprekers eens dat recreatieschippers moeten investeren in hun eigen kennis en kunde. ‘Neem extra lessen, een marifoon. En leer wat over de techniek van je schip.’

Hulp

Volgens Walda voorkomen oplettende beroepsschippers veel ongelukken. ‘Hun professionele houding voorkomt veel incidenten. Je bent als schipper immers voortdurend bezig met wat de recreant aan het doen is.’

Met de kanttekening daarbij dat ook professionele schippers weleens brokken maken. ‘Er is geen schuldige in dit verhaal. Bij een vrachtschip verdwijnt ook soms eens een stuurhut als gevolg van een aanvaring. Beroepsschippers gaan ook soms de mist in. Recreanten hebben gewoonweg minder ervaring op de vaarwegen.’

Stuurboordwal varen

‘De beroepsvaart zou de pleziervaart kunnen helpen door de scheepshoorn vaker te gebruiken. En wanneer een recreant beroepsvaart probeert op te roepen, antwoord dan ook’, zegt De Weerd. Hij ziet het vaker gebeuren dat een watersporter wordt genegeerd. ‘De gemiddelde beroepsschipper kan soms een wat neerbuigende houding aannemen tegenover de watersporter. Zij zien de watersporter de verkeerde handelingen maken. Kijken naar die recreant op het water en denken: wat doe jij hier? Leer eerst de spelregels.’

De Weerd verontschuldigt zich voor beroepsschippers die zich in sommige gevallen onbeschoft gedragen.

‘Dat komt ook omdat recreatieschippers soms niet weten hoe ze moeten communiceren via de marifoon. Ze moeten nadenken over de vier W’s: wie ben ik, wat ben ik, waar wil ik heen en wat wil ik? Dat moet je leren. En de binnenvaart gebruikt veel vakjargon, dat voor de gemiddelde watersporter niet te begrijpen is. Schippers moeten soms even nadenken of ze ook een ander woord kunnen gebruiken op bepaalde momenten.’

Andersom kan de pleziervaart ook de binnenvaart tot steun zijn. ‘De pleziervaart moet veel meer stuurboordwal varen, zeker op de kanalen. Zo voorkom je dat je in de dode hoek van een vrachtschip terechtkomt’, stelt Walda. ‘Dat is overzichtelijker voor de schipper. En oplopen heeft weinig nut, zeker op de rivieren in de afvaart. Dan moet je juist achterom kijken, want grote schepen hebben dan veel meer snelheid.’

Wederzijds begrip

De trend om sloepen en andere recreatievaartuigen te huren vormt een extra gevaar. De Weerd: ‘Het bezit neemt af, maar het gebruik neemt toe. Veel mensen vinden het leuk en makkelijk om even een bootje te huren. Maar wat voor instructies geeft de verhuurder mee?’

De Weerd ziet het belang van wederzijds begrip. ‘Wij hebben ook moeten leren varen, dus soms kun je een beetje helpen als beroepsschipper. Laten we het leuk hebben met elkaar. Er is geen goede en slechte kant.

‘Wij moeten als beroepsvaart het juiste voorbeeld blijven geven. Zelfs als we domme dingen zien gebeuren in de pleziervaart. We moeten ons opvoedkundig opstellen en ons gedragen als de professionals die we zijn.’

Lees ook:

[VIDEO] Onbekende man maakt touwen los, hotelschip Arnhem op drift

Stewards gaan deze zomer pleziervaart helpen in drukke sluizen

Gebrek aan communicatie pleziervaart grootste ergernis | Schuttevaer.nl

Gebrek aan communicatie pleziervaart grootste ergernis

Een vaarbewijs voor recreatievaart onder de 15 meter, uitgebreidere vaarlessen, marifoonplicht en beroepsvaart die vaker de scheepshoorn gebruikt. Die aanbevelingen kwamen vrijdag 18 juni naar voren in Studio Schuttevaer, die in het teken stond van de soms moeizame relatie tussen beroeps- en pleziervaart. ‘Gebrek aan juiste communicatie is de grootste ergernis’, zei spitsenschipper Roeland van Basten Batenburg. (Abonneer u gratis op de nieuwsbrief en lees de laatste editie van Weekblad Schuttevaer hier gratis).

'Beroepsvaart moet voorbeeldfunctie blijven vervullen op de vaarwegen.' (Foto Varen doe je samen!)
'Beroepsvaart moet voorbeeldfunctie blijven vervullen op de vaarwegen.' (Foto Varen doe je samen!)
  • ‘Kennis en kunde in pleziervaart te laag’

Van Basten Batenburg was te gast bij Studio Schuttevaer, samen met Andries de Weerd van Koninklijke BLN-Schuttevaer en Onno Walda van Varen doe je samen!. In de studio kwamen de verschillen en gelijkenissen tussen plezier- en beroepsvaart uitgebreid aan bod.

Van Basten Batenburg is schipper-eigenaar van de spits Veronica en begon een YouTube-kanaal om pleziervaarders te laten zien hoe de vaarweg eruit ziet vanuit zijn stuurhut. ‘Er waren veel discussies over op Facebook, waarop heel agressief werd gereageerd. Daar werd ik moe van, dus ik maak filmpjes, zonder commentaar. Vanuit mijn stuurhut en iedereen moet ermee doen wat ze willen.’

Grootste probleem volgens de oud-fotograaf is de slechte communicatie tussen de verschillende vaarweggebruikers. ‘Veel recreanten hebben geen marifoon. En dan heb je een probleem. De grootste ergernis is gebrek aan communicatie. Elk groot schip kan ik oproepen, van alles vragen en overleggen. Je krijgt 99 van de 100 keer antwoord. Bij pleziervaart is dat niet zo. Je hebt geen idee wat ze gaan doen.’

Vaarbewijs

De kleine schepen zijn niet vaarbewijsplichtig en veel jachtschippers nemen het ook niet zo nauw met de vaarregels, volgens Van Basten Batenburg. Daarom moet er volgens hem ook een vaarbewijs komen voor kleine recreatievaartuigen. ‘Of je nou met 14 of 16 meter vaart, dat maakt weinig uit. Ik denk dat je zelfs al bij een schip van 10 meter een vaarbewijs moet hebben’, zegt hij stellig.

Van Basten Batenburg doet de suggestie om een vaarbewijs verplicht te stellen op de hoofdvaarwegen. Maar dat komt hem op commentaar te staan van Walda. Dat zou teveel recreatievaart isoleren. Het wordt dan heel moeilijk om het land te doorkruisen.

Regiocoördinator De Weerd van BLN-Schuttevaer adviseert watersporters hoofdvaarwegen zoveel mogelijk te mijden en gebruik te maken van secundaire vaarwegen. ‘Daar zouden dan ook beter geen sluis- of bruggeld moeten worden geheven, zodat je het interessant maakt om die vaarwegen te gebruiken. De recreanten nemen de veilige route en wij de hoofdtransportas.’

Leren varen

Volgens Van Basten Batenburg hebben recreanten minder het gevoel dat ze moeten leren varen. ‘Ik vaar al 40 jaar, maar ik kan niet met een duwbak varen. Dus als mij dat zou worden gevraagd, dan zou ik dat eerst van iemand anders willen leren. Dat zie je bij de pleziervaart toch minder.’

De Weerd denkt dat simulatortraining bij een klein vaarbewijs niet zou mistaan. Veel watersporters zouden baat hebben bij dit soort praktijkonderwijs, maar er is volgens Walda weinig animo voor. Hij is het met de overige sprekers eens dat recreatieschippers moeten investeren in hun eigen kennis en kunde. ‘Neem extra lessen, een marifoon. En leer wat over de techniek van je schip.’

Hulp

Volgens Walda voorkomen oplettende beroepsschippers veel ongelukken. ‘Hun professionele houding voorkomt veel incidenten. Je bent als schipper immers voortdurend bezig met wat de recreant aan het doen is.’

Met de kanttekening daarbij dat ook professionele schippers weleens brokken maken. ‘Er is geen schuldige in dit verhaal. Bij een vrachtschip verdwijnt ook soms eens een stuurhut als gevolg van een aanvaring. Beroepsschippers gaan ook soms de mist in. Recreanten hebben gewoonweg minder ervaring op de vaarwegen.’

Stuurboordwal varen

‘De beroepsvaart zou de pleziervaart kunnen helpen door de scheepshoorn vaker te gebruiken. En wanneer een recreant beroepsvaart probeert op te roepen, antwoord dan ook’, zegt De Weerd. Hij ziet het vaker gebeuren dat een watersporter wordt genegeerd. ‘De gemiddelde beroepsschipper kan soms een wat neerbuigende houding aannemen tegenover de watersporter. Zij zien de watersporter de verkeerde handelingen maken. Kijken naar die recreant op het water en denken: wat doe jij hier? Leer eerst de spelregels.’

De Weerd verontschuldigt zich voor beroepsschippers die zich in sommige gevallen onbeschoft gedragen.

‘Dat komt ook omdat recreatieschippers soms niet weten hoe ze moeten communiceren via de marifoon. Ze moeten nadenken over de vier W’s: wie ben ik, wat ben ik, waar wil ik heen en wat wil ik? Dat moet je leren. En de binnenvaart gebruikt veel vakjargon, dat voor de gemiddelde watersporter niet te begrijpen is. Schippers moeten soms even nadenken of ze ook een ander woord kunnen gebruiken op bepaalde momenten.’

Andersom kan de pleziervaart ook de binnenvaart tot steun zijn. ‘De pleziervaart moet veel meer stuurboordwal varen, zeker op de kanalen. Zo voorkom je dat je in de dode hoek van een vrachtschip terechtkomt’, stelt Walda. ‘Dat is overzichtelijker voor de schipper. En oplopen heeft weinig nut, zeker op de rivieren in de afvaart. Dan moet je juist achterom kijken, want grote schepen hebben dan veel meer snelheid.’

Wederzijds begrip

De trend om sloepen en andere recreatievaartuigen te huren vormt een extra gevaar. De Weerd: ‘Het bezit neemt af, maar het gebruik neemt toe. Veel mensen vinden het leuk en makkelijk om even een bootje te huren. Maar wat voor instructies geeft de verhuurder mee?’

De Weerd ziet het belang van wederzijds begrip. ‘Wij hebben ook moeten leren varen, dus soms kun je een beetje helpen als beroepsschipper. Laten we het leuk hebben met elkaar. Er is geen goede en slechte kant.

‘Wij moeten als beroepsvaart het juiste voorbeeld blijven geven. Zelfs als we domme dingen zien gebeuren in de pleziervaart. We moeten ons opvoedkundig opstellen en ons gedragen als de professionals die we zijn.’

Lees ook:

[VIDEO] Onbekende man maakt touwen los, hotelschip Arnhem op drift

Stewards gaan deze zomer pleziervaart helpen in drukke sluizen