‘Dit scheepje heeft zich bewezen’

Menig binnenschipper heeft zijn opleiding genoten op de Argus, het voormalige KOF-opleidingsschip Prins Hendrik. Sinds 1974 is de familie Rib de liefdevolle eigenaar van de Argus. Ze steken veel tijd en energie in onderhoud, maar het varen komt eerst.

Claudia, Hans jr. en Annie Rib op de Argus. ‘Mijn ouders’ generatie heeft al die schepen gered.’ (Foto Heere Heeresma jr.)
Claudia, Hans jr. en Annie Rib op de Argus. ‘Mijn ouders’ generatie heeft al die schepen gered.’ (Foto Heere Heeresma jr.)

‘Als ik later groot ben, koop ik dit schip en ga ermee naar de Noordpool.’ Dat dacht Hans Rib sr. (1943) toen hij als jonge jongen midden in de nacht op het IJsselmeer achter het roer van het KOF-opleidingsschip Prins Hendrik stond. ‘Hij heeft het allebei gedaan,’ vertelt Hans Rib jr. (1974). ‘Hij heeft het schip totaal uitgebrand gekocht. Het lag toen in Durgerdam. Hij had verkering met mijn moeder en reed met haar naar het schip. “Zie je dat schip daar?” zei mijn vader. “Die ga ik kopen.”

Vervolgens vroeg hij of ze een tientje had, zodat ze konden tanken om weer naar huis te rijden.’ Hans sr. werd beroepsduiker. Hij deed tunnelbouw, tankerkoppelingen, werkte met explosieven en dook tot grote diepte. Maar in 1974 kocht hij daadwerkelijk de Prins Hendrik, gaf haar de naam Argus, en voer in 1994 naar de Noordkaap. Thuishaven van de Argus is Stad aan ’t Haringvliet, van waaruit het als charterschip dagtochten maakt.

Maar in de zomervakantie is zij even voor de familie; door corona zijn toch alle boekingen afgezegd. Ze liggen een dagje aan de chartersteiger in de Oude Houthaven te Amsterdam, op weg naar het IJsselmeer. Behalve Hans jr., zitten zijn moeder Annie (1951) en zus Claudia (1971) aan dek. ‘Opa’ Hans sr. zit met de kleinkinderen in de fraaie middenroef.

Brons

Die middenroef is een van de vele aanpassingen die door de familie Rib in de loop der jaren zijn aangebracht. Zo is de 2-cilinder 4-takt Brons van 80 pk, die sinds de jaren ’30 in het schip stond, in 2009 vervangen door een Deutz van 100 pk. De Brons stond in een grote ruimte voorin het schip, zodat de KOF-leerlingen er voor hun instructie omheen konden staan. De motor staat tegenwoordig in het Bronsmuseum in Appingedam.

‘Het was echt een knuffeldier,’ zegt Hans jr. ‘De Brons had wel een uurtje nodig om warm te worden en als het koud was ging je tegen de uitlaatpijp staan om je te verwarmen. Je kon er ook heerlijk op slapen. Tabak, tabak, tabak…’ Volgens Hans jr. was de Argus oorspronkelijk een douane-inspectievaartuig voor de kust- en binnenwateren. Ze zou in 1891 zijn gebouwd, maar bij welke werf is onduidelijk. ‘We hebben er heel wat onderzoek naar gedaan, maar het is lastig om erachter te komen wat feitelijk is.’ Uit oude foto’s blijkt dat zij als tweemastklipper is gebouwd. De 80 jaar oude voormast van Oregon Pine staat nu achterop. ‘Er komt nog steeds hars uit.’

Windkracht 10

In 1994 maakte de Argus op uitnodiging van de stad Archangelsk de reis die Hans sr. zich had voorgenomen. In verband met de 300-jarige relatie via tsaar Peter de Grote vertrok de Argus officieel vanuit Zaandam. Onder de Lofoten kwam zij in zwaar weer. Hans jr.: ‘We gingen bij Malo naar buiten. De weersverwachting was 4, 5 zuidwest. Prima windje. Maar dat windje trok ietsje aan. En het trok nog iets meer aan. Op een gegeven moment zaten we in windkracht 10 en gingen we steil omhoog en steil omlaag. Golven van een meter of 15 tot 20. Maar opa hield van oude boeken. Die las al die verhalen over zeilraces en zei: die kluiver of een puntje fok gaat omhoog. Nou is dit een prima schip voor op zee. Hij heeft een waaierende kop en een lossende kont. Maar je wil toch niet met je kop door de volgende golf heen duiken. En door dat stukje zeil voorop omhoog te houden, trekt hij elke keer die kop eruit. Door ervaring en het lezen hoe het vroeger ging en waarom schepen de golven indoken en er niet meer uitkwamen.’

Claudia: ‘Dat is het allerspannendste geweest.’ Annie: ‘Niemand mocht naar bed, iedereen zat in z’n life jacket, iedereen zat aangelijnd.’ Hans jr.: ‘Dit scheepje lijkt misschien niet heel veel, maar het heeft zich bewezen.’ Voor de terugreis voer de Argus dwars door Rusland, onder ander over een ooit geheim kanaal dat Stalin had laten graven, om bij Sint-Petersburg in de Oostzee uit te komen. Hans jr.: ‘Je zag zware armoede. Je zag een man met een os achter een ploeg lopen. Maar je kon merken dat die mensen met mekaar leefden. Hele aardige mensen.’

Bruine vloot

De familie steekt veel liefde en energie in het onderhoud van de Argus, maar niet ten koste van het varen. Hans jr.: ‘Je hebt geen schip om te liggen.’ Ze houden van sportief zeilen. Zo haalden ze de Franse televisie door in Le Havre het tall ship Asgar bij de laatste boei voorbij te steken. Annie noemt de Argus de witte boot van de bruine vloot.

Hans jr.: ‘Mijn ouders’ generatie heeft al die schepen gered. Als zij er niet waren opgestapt, had er geeneen meer rondgevaren. Die mensen hadden geen geld, maar hebben er alles aan gedaan om zo’n schip te behouden. Ze hadden liever niet te eten dan dat schip afzonk. En de volgende generatie die de schepen hebben kunnen kopen of overnemen, die hebben het weer een stap verder kunnen brengen. Maar die mogen de oude generatie wel dankbaar zijn die dat toen hebben opgepakt, want anders was die hele vloot weg geweest.’

‘Dit scheepje heeft zich bewezen’ | Schuttevaer.nl

‘Dit scheepje heeft zich bewezen’

Menig binnenschipper heeft zijn opleiding genoten op de Argus, het voormalige KOF-opleidingsschip Prins Hendrik. Sinds 1974 is de familie Rib de liefdevolle eigenaar van de Argus. Ze steken veel tijd en energie in onderhoud, maar het varen komt eerst.

Claudia, Hans jr. en Annie Rib op de Argus. ‘Mijn ouders’ generatie heeft al die schepen gered.’ (Foto Heere Heeresma jr.)
Claudia, Hans jr. en Annie Rib op de Argus. ‘Mijn ouders’ generatie heeft al die schepen gered.’ (Foto Heere Heeresma jr.)

‘Als ik later groot ben, koop ik dit schip en ga ermee naar de Noordpool.’ Dat dacht Hans Rib sr. (1943) toen hij als jonge jongen midden in de nacht op het IJsselmeer achter het roer van het KOF-opleidingsschip Prins Hendrik stond. ‘Hij heeft het allebei gedaan,’ vertelt Hans Rib jr. (1974). ‘Hij heeft het schip totaal uitgebrand gekocht. Het lag toen in Durgerdam. Hij had verkering met mijn moeder en reed met haar naar het schip. “Zie je dat schip daar?” zei mijn vader. “Die ga ik kopen.”

Vervolgens vroeg hij of ze een tientje had, zodat ze konden tanken om weer naar huis te rijden.’ Hans sr. werd beroepsduiker. Hij deed tunnelbouw, tankerkoppelingen, werkte met explosieven en dook tot grote diepte. Maar in 1974 kocht hij daadwerkelijk de Prins Hendrik, gaf haar de naam Argus, en voer in 1994 naar de Noordkaap. Thuishaven van de Argus is Stad aan ’t Haringvliet, van waaruit het als charterschip dagtochten maakt.

Maar in de zomervakantie is zij even voor de familie; door corona zijn toch alle boekingen afgezegd. Ze liggen een dagje aan de chartersteiger in de Oude Houthaven te Amsterdam, op weg naar het IJsselmeer. Behalve Hans jr., zitten zijn moeder Annie (1951) en zus Claudia (1971) aan dek. ‘Opa’ Hans sr. zit met de kleinkinderen in de fraaie middenroef.

Brons

Die middenroef is een van de vele aanpassingen die door de familie Rib in de loop der jaren zijn aangebracht. Zo is de 2-cilinder 4-takt Brons van 80 pk, die sinds de jaren ’30 in het schip stond, in 2009 vervangen door een Deutz van 100 pk. De Brons stond in een grote ruimte voorin het schip, zodat de KOF-leerlingen er voor hun instructie omheen konden staan. De motor staat tegenwoordig in het Bronsmuseum in Appingedam.

‘Het was echt een knuffeldier,’ zegt Hans jr. ‘De Brons had wel een uurtje nodig om warm te worden en als het koud was ging je tegen de uitlaatpijp staan om je te verwarmen. Je kon er ook heerlijk op slapen. Tabak, tabak, tabak…’ Volgens Hans jr. was de Argus oorspronkelijk een douane-inspectievaartuig voor de kust- en binnenwateren. Ze zou in 1891 zijn gebouwd, maar bij welke werf is onduidelijk. ‘We hebben er heel wat onderzoek naar gedaan, maar het is lastig om erachter te komen wat feitelijk is.’ Uit oude foto’s blijkt dat zij als tweemastklipper is gebouwd. De 80 jaar oude voormast van Oregon Pine staat nu achterop. ‘Er komt nog steeds hars uit.’

Windkracht 10

In 1994 maakte de Argus op uitnodiging van de stad Archangelsk de reis die Hans sr. zich had voorgenomen. In verband met de 300-jarige relatie via tsaar Peter de Grote vertrok de Argus officieel vanuit Zaandam. Onder de Lofoten kwam zij in zwaar weer. Hans jr.: ‘We gingen bij Malo naar buiten. De weersverwachting was 4, 5 zuidwest. Prima windje. Maar dat windje trok ietsje aan. En het trok nog iets meer aan. Op een gegeven moment zaten we in windkracht 10 en gingen we steil omhoog en steil omlaag. Golven van een meter of 15 tot 20. Maar opa hield van oude boeken. Die las al die verhalen over zeilraces en zei: die kluiver of een puntje fok gaat omhoog. Nou is dit een prima schip voor op zee. Hij heeft een waaierende kop en een lossende kont. Maar je wil toch niet met je kop door de volgende golf heen duiken. En door dat stukje zeil voorop omhoog te houden, trekt hij elke keer die kop eruit. Door ervaring en het lezen hoe het vroeger ging en waarom schepen de golven indoken en er niet meer uitkwamen.’

Claudia: ‘Dat is het allerspannendste geweest.’ Annie: ‘Niemand mocht naar bed, iedereen zat in z’n life jacket, iedereen zat aangelijnd.’ Hans jr.: ‘Dit scheepje lijkt misschien niet heel veel, maar het heeft zich bewezen.’ Voor de terugreis voer de Argus dwars door Rusland, onder ander over een ooit geheim kanaal dat Stalin had laten graven, om bij Sint-Petersburg in de Oostzee uit te komen. Hans jr.: ‘Je zag zware armoede. Je zag een man met een os achter een ploeg lopen. Maar je kon merken dat die mensen met mekaar leefden. Hele aardige mensen.’

Bruine vloot

De familie steekt veel liefde en energie in het onderhoud van de Argus, maar niet ten koste van het varen. Hans jr.: ‘Je hebt geen schip om te liggen.’ Ze houden van sportief zeilen. Zo haalden ze de Franse televisie door in Le Havre het tall ship Asgar bij de laatste boei voorbij te steken. Annie noemt de Argus de witte boot van de bruine vloot.

Hans jr.: ‘Mijn ouders’ generatie heeft al die schepen gered. Als zij er niet waren opgestapt, had er geeneen meer rondgevaren. Die mensen hadden geen geld, maar hebben er alles aan gedaan om zo’n schip te behouden. Ze hadden liever niet te eten dan dat schip afzonk. En de volgende generatie die de schepen hebben kunnen kopen of overnemen, die hebben het weer een stap verder kunnen brengen. Maar die mogen de oude generatie wel dankbaar zijn die dat toen hebben opgepakt, want anders was die hele vloot weg geweest.’