Maatregelen nodig om veilig bunkeren te bevorderen

Er moeten gestandaardiseerde slangaansluitingen komen in de bunkerbranche. Ook moet volgens een duidelijke procedure toezicht worden gehouden tijdens het bunkeren van binnenvaartschepen. Daarover zijn Rijkswaterstaat en de Nederlandse Organisatie voor de Energiebranche (NOVE) het eens geworden.

Volgens Rijkswaterstaat en NOVE gebeuren er regelmatig morsingen die met genoemde aanpassingen kunnen worden voorkomen. Aanleiding voor het overleg hierover was een ernstig ongeluk in 2012, waarbij twee mensen zwaargewond raakten, omdat de brandstofslang werd aangesloten op de smeeroliebunker. Dit had kunnen worden voorkomen wanneer voor beide bunkersoorten verschillende typen slangkoppelingen waren gebruikt. Die zouden er dan ook moeten komen, en bovendien zouden het gestandaardiseerde koppelingen moeten zijn. Nu zijn er nog verschillen tussen  binnenvaartschepen en zijn in Europa allerlei verschillende koppelingen toegelaten. Standaardisering is echter een tijdrovende procedure en vraagt om aanpassing van schepen.

Sneller te regelen is een duidelijke veiligheidsprocedure. In feite is die er ook al. Aan boord van het ontvangende schip moet een bunkerwacht paraat zijn, zoals omschreven in het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR), evenals een goede labeling van de bunkeraansluitingen en productsoorten.

De bunkeraar controleert de aansluitingen van de bunkerboot of het bunkerwinkelschip en de bunkerwacht die op het ontvangende schip. Zij dienen goed met elkaar te communiceren.

‘Doe je werk’

Volgens NOVE kan wettelijke inkadering nog lang duren, maar is de veiligheidsprocedure zo vanzelfsprekend dat deze snel realiseerbaar is. ‘Doe gewoon je werk goed. Kwijt je van je taak’, bepleit Wim Schouten, veiligheidsadviseur en secretaris technische zaken bij NOVE. ‘Als iedereen zijn taak serieus neemt, wordt het risico enorm verlaagd. Haastige spoed is zelden goed. Denk behalve aan je eigen veiligheid zeker ook om die van een ander. Het ging onlangs weer fout omdat de bunkerwacht niet aanwezig was. Ook hier is er een gedeelde verantwoordelijkheid, want als het bunkerstation merkt dat de bunkerwacht geen oogje meer in het zeil houdt, moet hij de bunkering stoppen.’

Volgens de milieuwetgeving is het bunkerbedrijf bij een bunkering aan het afgemeerde bunkerwinkelschip aansprakelijk. Maar bij varend bunkeren is dit precies andersom en is het bunkerende binnenvaartschip aansprakelijk. ‘Wanneer het fout gaat, zijn de kosten oneindig veel hoger dan wat iemand had gehoopt te besparen door "snel-snel" te bunkeren. Een gemiddelde overloop kan al snel 20.000 euro kosten.’ (PN)

Maatregelen nodig om veilig bunkeren te bevorderen | Schuttevaer.nl

Maatregelen nodig om veilig bunkeren te bevorderen

Er moeten gestandaardiseerde slangaansluitingen komen in de bunkerbranche. Ook moet volgens een duidelijke procedure toezicht worden gehouden tijdens het bunkeren van binnenvaartschepen. Daarover zijn Rijkswaterstaat en de Nederlandse Organisatie voor de Energiebranche (NOVE) het eens geworden.

Volgens Rijkswaterstaat en NOVE gebeuren er regelmatig morsingen die met genoemde aanpassingen kunnen worden voorkomen. Aanleiding voor het overleg hierover was een ernstig ongeluk in 2012, waarbij twee mensen zwaargewond raakten, omdat de brandstofslang werd aangesloten op de smeeroliebunker. Dit had kunnen worden voorkomen wanneer voor beide bunkersoorten verschillende typen slangkoppelingen waren gebruikt. Die zouden er dan ook moeten komen, en bovendien zouden het gestandaardiseerde koppelingen moeten zijn. Nu zijn er nog verschillen tussen  binnenvaartschepen en zijn in Europa allerlei verschillende koppelingen toegelaten. Standaardisering is echter een tijdrovende procedure en vraagt om aanpassing van schepen.

Sneller te regelen is een duidelijke veiligheidsprocedure. In feite is die er ook al. Aan boord van het ontvangende schip moet een bunkerwacht paraat zijn, zoals omschreven in het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR), evenals een goede labeling van de bunkeraansluitingen en productsoorten.

De bunkeraar controleert de aansluitingen van de bunkerboot of het bunkerwinkelschip en de bunkerwacht die op het ontvangende schip. Zij dienen goed met elkaar te communiceren.

‘Doe je werk’

Volgens NOVE kan wettelijke inkadering nog lang duren, maar is de veiligheidsprocedure zo vanzelfsprekend dat deze snel realiseerbaar is. ‘Doe gewoon je werk goed. Kwijt je van je taak’, bepleit Wim Schouten, veiligheidsadviseur en secretaris technische zaken bij NOVE. ‘Als iedereen zijn taak serieus neemt, wordt het risico enorm verlaagd. Haastige spoed is zelden goed. Denk behalve aan je eigen veiligheid zeker ook om die van een ander. Het ging onlangs weer fout omdat de bunkerwacht niet aanwezig was. Ook hier is er een gedeelde verantwoordelijkheid, want als het bunkerstation merkt dat de bunkerwacht geen oogje meer in het zeil houdt, moet hij de bunkering stoppen.’

Volgens de milieuwetgeving is het bunkerbedrijf bij een bunkering aan het afgemeerde bunkerwinkelschip aansprakelijk. Maar bij varend bunkeren is dit precies andersom en is het bunkerende binnenvaartschip aansprakelijk. ‘Wanneer het fout gaat, zijn de kosten oneindig veel hoger dan wat iemand had gehoopt te besparen door "snel-snel" te bunkeren. Een gemiddelde overloop kan al snel 20.000 euro kosten.’ (PN)