Bedoeling is dat met het prototype proefprojecten op verschillende trajecten worden gedaan om de kinderziektes eruit te krijgen. ‘Maar er zal nog heel wat water door de Rijn stromen voordat het project klaar is’, denkt Overmeer. ‘Naast een klein stukje ontwikkelingssubsidie betalen we toch het grootste deel uit eigen zak. Daarom zullen er niet meteen grote aantallen Q-Barges worden gebouwd.’
Kritiek van spitsenschippers dat er op hun toch al kleine markt geen concurrentie bij kan, wordt door Overmeer resoluut van de hand gewezen. ‘We willen een modern alternatief voor het kleine schip dat toekomstbestendig is. Wat nu over de weg gaat, moet naar het water.
We gaan nieuwe vervoersstromen aanboren voor de Q-Barge. De spitsenschippers hoeven er niet bang voor te zijn. Ik denk dat ze zelfs gaan profiteren van de energie die wij erin stoppen. De spitsenmarkt op zich is te klein om te overleven, maar met de Q-Barges erbij niet. Zo kunnen wij de spitsen beschermen. Ik draag de binnenvaart een warm hart toe en ik weet zeker dat de spitsenschippers er wel bij gaan varen. Wij geloven in dit nieuwe product. Er is een toekomst voor de Q-Barge, daar zijn we heilig van overtuigd. En als er niets gebeurt, vaart er straks geen spits meer.’