Drenkelingen nog niet teruggevonden

Schipper Aloys van Megen van de Kempenaar Furie, die 31 maart bij Emmerich overboord viel, is nog steeds niet gevonden. Ook Roel van Lier die in de nacht van 5 april in de Rijn bij Arnhem onder water verdween, was afgelopen dinsdag nog niet terecht.

‘Het heeft geen zin om te dreggen’, zegt woordvoerder Ed Kraszewski van het KLPD. ‘In een haven kun je dat wel doen, maar op de rivier stroomt het hard. Je kunt niet gericht zoeken. We varen wel extra en kijken meer dan anders goed om ons heen. Want als er iets gevonden wordt, willen we er snel bij zijn. Maar meestal is het zo dat de binnenvaartschippers ons voor zijn. Zij zitten hoog in het stuurhuis en hebben een goed zicht op de rivier, beter dan wij dat hebben.’
Het kan volgens Kraszewski nog wel even duren voordat de lichamen boven water komen. ‘Het stoffelijk overschot zakt eerst naar de bodem en blijft daar enige tijd liggen. Daarna komt het langzaam omhoog zweven en kan dan door de stroming worden meegenomen. Uiteindelijk komt het boven drijven. Het is elke keer weer een verrassing waar dat is. Het kan 2 kilometer verderop zijn, maar ook 20 kilometer, daar is geen peil op te trekken.’ (MdV)

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Drenkelingen nog niet teruggevonden | Schuttevaer.nl

Drenkelingen nog niet teruggevonden

Schipper Aloys van Megen van de Kempenaar Furie, die 31 maart bij Emmerich overboord viel, is nog steeds niet gevonden. Ook Roel van Lier die in de nacht van 5 april in de Rijn bij Arnhem onder water verdween, was afgelopen dinsdag nog niet terecht.

‘Het heeft geen zin om te dreggen’, zegt woordvoerder Ed Kraszewski van het KLPD. ‘In een haven kun je dat wel doen, maar op de rivier stroomt het hard. Je kunt niet gericht zoeken. We varen wel extra en kijken meer dan anders goed om ons heen. Want als er iets gevonden wordt, willen we er snel bij zijn. Maar meestal is het zo dat de binnenvaartschippers ons voor zijn. Zij zitten hoog in het stuurhuis en hebben een goed zicht op de rivier, beter dan wij dat hebben.’
Het kan volgens Kraszewski nog wel even duren voordat de lichamen boven water komen. ‘Het stoffelijk overschot zakt eerst naar de bodem en blijft daar enige tijd liggen. Daarna komt het langzaam omhoog zweven en kan dan door de stroming worden meegenomen. Uiteindelijk komt het boven drijven. Het is elke keer weer een verrassing waar dat is. Het kan 2 kilometer verderop zijn, maar ook 20 kilometer, daar is geen peil op te trekken.’ (MdV)

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer