Minder Nederlandse vlag op wereldzeeën

‘Het zoute Nederland, hoge ambities in zwaar weer’ heet het jaarverslag 2015 van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), De Nederlandse reders zitten nog steeds in economisch zwaar weer. Voor het eerst sinds 2005 daalt het aantal handelsschepen onder Nederlandse vlag. ‘Dit is een zorgelijke ontwikkeling’, zegt de KVNR. ‘Het duidt op een achterblijvend Nederlands vestigingsklimaat en een vlagregister dat niet voldoende competitief is.’

Minder Nederlands vlag op wereldzeeën

Het aantal handelsschepen onder Nederlandse vlag laat voor het eerst sinds 2005 een afname zien. De Nederlandse reders beheerden in 2015 1.988 schepen, waarvan 1.066 schepen onder Nederlandse vlag en 922 onder buitenlandse vlag. In 2014 waren dat nog 1.082 Nederlands gevlagde schepen. Dat zijn bijna 20 schepen minder. De KVNR vreest dat deze trenddaling zich de komende jaren voortzet, blijkt uit het jaarverslag 2015 . KVNR-voorzitter Tineke Netelenbos vindt de situatie zorgwekkend: ‘Veel maritieme banen vragen nautische kennis. Een afname van het aantal Nederlands gevlagde schepen bedreigt daarom de hele cluster.’

Maritieme Autoriteit

Omdat zowel de overheid als sector een vooraanstaand maritiem land willen blijven, pleit de KVNR niet voor het eerst voor de oprichting van een Maritieme Autoriteit Nederland naar Deens voorbeeld. Topprioriteit is het verbeteren van de dienstverlening van het Nederlandse scheepvaartregister. Voorbeelden zijn snellere en betere afgifte van bemanningsdocumenten en certificaten zoals de zeebrief, een register dat goed bereikbaar is en ook in het weekend schepen kan inschrijven.

De competitie tussen de landen is hard, zeggen de reders. ‘Andere scheepvaartregisters komen gewoon bij onze rederijkantoren langs’, zegt voorzitter Netelenbos. ‘Uitvlaggen is niet duur. Ze krijgen bezoek van Portugal, de Bahama’s en Luxemburg. Het Engelse register wil verdubbelen in omvang. De reders hebben het gevoel dat de Nederlandse overheid zich er weinig van aantrekt, ondanks de rapporten die we hebben opgesteld.’

CO2

Hoge ambities heeft de sector als het over de CO2-vermindering gaat. Nederlandse reders willen hun vloot graag milieuvriendelijker maken. De zeescheepvaart moet haar steentje bijdragen aan het bestrijden van de opwarming van de aarde. De KVNR betreurt dan ook het ontbreken van de scheepvaart in de tekst van het Klimaatverdrag van Parijs (COP21).

De recente afspraak in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) om een verplicht mondiaal datasysteem in te stellen voor het meten van de CO2-emissies is een eerste stap op weg naar verlaging van de CO2-reducties. De KVNR pleit in het kader van de CO2-reductie ook voor de invoering van een heffing op de brandstof, waarbij de opbrengst kan worden ingezet voor de noodzakelijke milieu-innovaties in de zeescheepvaart.

Met betrekking tot subsidies voor verduurzaming houdt de overheid de hand wel op de knip. Het nieuwe kredietgarantie-instrument waar de Europese Investeringsbank (EIB) aan werkt, komt maar uiterst moeizaam van de grond. Aanvragen kunnen dan ook nog steeds niet in behandeling worden genomen. (DvdM)

 

Minder Nederlandse vlag op wereldzeeën | Schuttevaer.nl

Minder Nederlandse vlag op wereldzeeën

‘Het zoute Nederland, hoge ambities in zwaar weer’ heet het jaarverslag 2015 van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), De Nederlandse reders zitten nog steeds in economisch zwaar weer. Voor het eerst sinds 2005 daalt het aantal handelsschepen onder Nederlandse vlag. ‘Dit is een zorgelijke ontwikkeling’, zegt de KVNR. ‘Het duidt op een achterblijvend Nederlands vestigingsklimaat en een vlagregister dat niet voldoende competitief is.’

Minder Nederlands vlag op wereldzeeën

Het aantal handelsschepen onder Nederlandse vlag laat voor het eerst sinds 2005 een afname zien. De Nederlandse reders beheerden in 2015 1.988 schepen, waarvan 1.066 schepen onder Nederlandse vlag en 922 onder buitenlandse vlag. In 2014 waren dat nog 1.082 Nederlands gevlagde schepen. Dat zijn bijna 20 schepen minder. De KVNR vreest dat deze trenddaling zich de komende jaren voortzet, blijkt uit het jaarverslag 2015 . KVNR-voorzitter Tineke Netelenbos vindt de situatie zorgwekkend: ‘Veel maritieme banen vragen nautische kennis. Een afname van het aantal Nederlands gevlagde schepen bedreigt daarom de hele cluster.’

Maritieme Autoriteit

Omdat zowel de overheid als sector een vooraanstaand maritiem land willen blijven, pleit de KVNR niet voor het eerst voor de oprichting van een Maritieme Autoriteit Nederland naar Deens voorbeeld. Topprioriteit is het verbeteren van de dienstverlening van het Nederlandse scheepvaartregister. Voorbeelden zijn snellere en betere afgifte van bemanningsdocumenten en certificaten zoals de zeebrief, een register dat goed bereikbaar is en ook in het weekend schepen kan inschrijven.

De competitie tussen de landen is hard, zeggen de reders. ‘Andere scheepvaartregisters komen gewoon bij onze rederijkantoren langs’, zegt voorzitter Netelenbos. ‘Uitvlaggen is niet duur. Ze krijgen bezoek van Portugal, de Bahama’s en Luxemburg. Het Engelse register wil verdubbelen in omvang. De reders hebben het gevoel dat de Nederlandse overheid zich er weinig van aantrekt, ondanks de rapporten die we hebben opgesteld.’

CO2

Hoge ambities heeft de sector als het over de CO2-vermindering gaat. Nederlandse reders willen hun vloot graag milieuvriendelijker maken. De zeescheepvaart moet haar steentje bijdragen aan het bestrijden van de opwarming van de aarde. De KVNR betreurt dan ook het ontbreken van de scheepvaart in de tekst van het Klimaatverdrag van Parijs (COP21).

De recente afspraak in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) om een verplicht mondiaal datasysteem in te stellen voor het meten van de CO2-emissies is een eerste stap op weg naar verlaging van de CO2-reducties. De KVNR pleit in het kader van de CO2-reductie ook voor de invoering van een heffing op de brandstof, waarbij de opbrengst kan worden ingezet voor de noodzakelijke milieu-innovaties in de zeescheepvaart.

Met betrekking tot subsidies voor verduurzaming houdt de overheid de hand wel op de knip. Het nieuwe kredietgarantie-instrument waar de Europese Investeringsbank (EIB) aan werkt, komt maar uiterst moeizaam van de grond. Aanvragen kunnen dan ook nog steeds niet in behandeling worden genomen. (DvdM)