Zeevrachtenmarkt: Griekse reders verdienen geld als water

De voortdurende malaise in de droge bulkers-markt brengt steeds meer reders in problemen. Het beursgenoteerde Paragon Shipping rapporteerde een verliesgevend 2014 en een zeer slecht eerste kwartaal 2015. Paragon bestelde eerder vijf nieuwe bulkers en probeert nu op allerlei manieren, zoals ‘sale and lease back’, om van die contracten af te komen. Maar wanhopige verkopers krijgen zelden de hoofdprijs.

De charterhuren voor de droge bulkers blijven laag. Sommige reders verwachten kennelijk geen verbetering dit jaar en proberen met een lange periodecharter nog een inkomen te verkrijgen dat redelijk dicht bij de operationele kosten ligt.
De capesizer China Peace (174.713 dwt, 2005) werd gecharterd voor 10 tot 15 maanden voor rond $ 9000 per dag. De charterhuren in de spotmarkt komen niet in de buurt van dit bedrag. De Alpha Liberty (179.276 dwt. 2011) werd gecharterd oplevering Rizhao, via Noord-Pacific, teruglevering China voor rond $ 4800 per dag. Er werd weer eens een capesizer verkocht in plaats van gesloopt. De Cape Stork (171.000 dwt, 1996) bracht $ 7,8 miljoen op, iets boven de schrootwaarde die door een expert werd geschat op $ 7,3 miljoen.
De vrachttarieven Azië-Europa blijven onder druk staan. De lijnoperators waren voornemens de vrachttarieven per 1 april te verhogen, maar voorlopig dalen deze flink. Volgens de World Container Index ligt de vracht voor een teu Shanghai-Rotterdam nog maar net boven $ 1000. De voorgenomen verhoging lijkt kansloos zolang de capaciteit op de diverse lijnen eerder stijgt dan daalt. Hoe groter de schepen des te heftiger is het gevecht om een redelijke bezetting te krijgen. Het vrachttarief is dan het enige wapen.
De belangrijkste containerhaven, Shanghai, is overigens niet blij met het toenemende aantal grote schepen. Het havenbedrijf had graag gezien dat 10.000 teu het maximum zou blijven, maar ook de grootste haven kan het tij niet keren.
Dat Maersk financieel verreweg het beste scoorde in 2014 wordt gedeeltelijk verklaard door haar doorbelasting van de brandstofkosten ad $ 390 per teu. Die BAF (Bunker Adjustement Factor) was bijna 30% hoger dan wat de overige lijnoperators in rekening brachten.
Niet alleen de dichtbevolkte leden van de OPEC, zoals Venezuela, lijden onder de lage prijs van ruwe olie. Ook de Afrikaanse exporteurs, zoals Nigeria, willen af van de lage olieprijs. Die prijs is wel weer aan het stijgen, maar zolang OPEC (lees Saoedi-Arabië) doorgaat met op volle capaciteit exporteren, dan zal de prijs niet snel terug zijn op het oude niveau van meer dan $ 100 per vat zijn.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Zeevrachtenmarkt: Griekse reders verdienen geld als water | Schuttevaer.nl

Zeevrachtenmarkt: Griekse reders verdienen geld als water

De voortdurende malaise in de droge bulkers-markt brengt steeds meer reders in problemen. Het beursgenoteerde Paragon Shipping rapporteerde een verliesgevend 2014 en een zeer slecht eerste kwartaal 2015. Paragon bestelde eerder vijf nieuwe bulkers en probeert nu op allerlei manieren, zoals ‘sale and lease back’, om van die contracten af te komen. Maar wanhopige verkopers krijgen zelden de hoofdprijs.

De charterhuren voor de droge bulkers blijven laag. Sommige reders verwachten kennelijk geen verbetering dit jaar en proberen met een lange periodecharter nog een inkomen te verkrijgen dat redelijk dicht bij de operationele kosten ligt.
De capesizer China Peace (174.713 dwt, 2005) werd gecharterd voor 10 tot 15 maanden voor rond $ 9000 per dag. De charterhuren in de spotmarkt komen niet in de buurt van dit bedrag. De Alpha Liberty (179.276 dwt. 2011) werd gecharterd oplevering Rizhao, via Noord-Pacific, teruglevering China voor rond $ 4800 per dag. Er werd weer eens een capesizer verkocht in plaats van gesloopt. De Cape Stork (171.000 dwt, 1996) bracht $ 7,8 miljoen op, iets boven de schrootwaarde die door een expert werd geschat op $ 7,3 miljoen.
De vrachttarieven Azië-Europa blijven onder druk staan. De lijnoperators waren voornemens de vrachttarieven per 1 april te verhogen, maar voorlopig dalen deze flink. Volgens de World Container Index ligt de vracht voor een teu Shanghai-Rotterdam nog maar net boven $ 1000. De voorgenomen verhoging lijkt kansloos zolang de capaciteit op de diverse lijnen eerder stijgt dan daalt. Hoe groter de schepen des te heftiger is het gevecht om een redelijke bezetting te krijgen. Het vrachttarief is dan het enige wapen.
De belangrijkste containerhaven, Shanghai, is overigens niet blij met het toenemende aantal grote schepen. Het havenbedrijf had graag gezien dat 10.000 teu het maximum zou blijven, maar ook de grootste haven kan het tij niet keren.
Dat Maersk financieel verreweg het beste scoorde in 2014 wordt gedeeltelijk verklaard door haar doorbelasting van de brandstofkosten ad $ 390 per teu. Die BAF (Bunker Adjustement Factor) was bijna 30% hoger dan wat de overige lijnoperators in rekening brachten.
Niet alleen de dichtbevolkte leden van de OPEC, zoals Venezuela, lijden onder de lage prijs van ruwe olie. Ook de Afrikaanse exporteurs, zoals Nigeria, willen af van de lage olieprijs. Die prijs is wel weer aan het stijgen, maar zolang OPEC (lees Saoedi-Arabië) doorgaat met op volle capaciteit exporteren, dan zal de prijs niet snel terug zijn op het oude niveau van meer dan $ 100 per vat zijn.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer