Opinie: Schipperen tussen wetten, klanten en schuldeisers

De binnenvaart heeft de laatste 20 jaar op veiligheidsgebied veel vooruitgang geboekt. Wetten zijn aangepast en toegevoegd (RPR, BPR, ADN, Arbo, EBIS). Er zijn meer gespecialiseerde opleidingscentra en er is verkeersbegeleiding. Je hebt nu bovendien AIS, elektronische vaarwaterkaarten, betere radarsystemen, dieptemeters, betere communicatiemiddelen, dubbelwandige schepen, zero-alcoholbeleid en nog veel meer. Toch hoor je laatste tijd weer steeds meer over ongelukken in onze sector. Hoe kan dat?

  • ‘Sociaal-economische positie schipper leidt mogelijk tot ongelukken’
  • ‘Voor de politiek, die ons van alles belooft, maar niets nakomt’

Door Daniël Frerichs (tankvaartondernemer)
Ik denk dat ik er wel wat redenen voor heb. Ik zal proberen mijn bevindingen zo eenvoudig mogelijk uit te leggen, zodat ook mensen die niets met de vaart van doen hebben het kunnen begrijpen.

Laten we beginnen met de wetten. Bijna elk stukje water in Nederland kent zijn eigen wettelijke bepalingen. Je hebt het BPR (Binnenvaart Politie Reglement), het RPR (Rijnvaart Politie Reglement), de SVW (Scheepvaartverkeerswet), Scheepvaartreglement Eemsmonding, Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas, Scheepvaartreglement Westerschelde, Scheepvaartreglement Kanaal Gent-Terneuzen… Hier ligt al het eerste probleem. Een aantal regels komt in al deze reglementen overeen, maar er zijn her en der toevoegingen en ook weer andere bepalingen die elkaar soms zelfs tegenspreken. De bevoegde autoriteiten zijn het er bovendien niet altijd over eens volgens welke wet ze gaan handhaven. Dus de ene agent doet het zo en de andere doet het weer anders. Om boetes te voorkomen zoekt een aantal van ons de gulden middenweg. Anderen, die al eens zijn beboet, houden zich aan het wetje waarop ze zijn beboet. U begrijpt dus dat wetjes die alles veilig moeten maken juist voor onderlinge misverstanden zorgen. Op de weg heb je de Wegenverkeerswet, die op alle wegen in Nederland geldig is en niet alleen op de A15.

Onwerkbaar

Nu hebben wij ook nog een wet voor het veilig vervoer van gevaarlijk lading, het ADN. Deze wet wordt bijna jaarlijks aangepast. En voordat de nieuwe versie op schrift verkrijgbaar is, ben je zomaar vier tot zes maanden verder. Zie daar maar eens tijdig op in te spelen. Maar gehandhaafd wordt er natuurlijk al vanaf dag 1. Als je dan alles hebt aangepast aan de jongste eisen, dan ben je nog niet klaar, want de walinstallaties moeten ook worden aangepast en die partijen werken niet altijd mee. En tegen de tijd dat het daar ook op orde is, zijn juist de wetten weer veranderd.

En dat is niet alles, tankvaartondernemers krijgen ook te maken met EBIS. Dit is door een aantal grote olie- en chemiemaatschappijen ontwikkeld om het transport en overslag van ADN-goederen nóg veiliger te maken. Deelname aan EBIS is vrijwillig, maar wie niet meedoet krijgt geen werk meer aangeboden. Wie aan EBIS meedoet wordt elk half jaar gekeurd. Het personeel en het schip worden op tal van punten beoordeeld en gekeurd. Ook daar zijn dus regels voor. En dan komt het volgende probleem:  wil je je aan alle regels van EBIS houden, dan moeten soms de regels van ADN, Arbo en RPR worden overtreden. Weer kans op boetes dus. Houd je je niet aan EBIS, dan voorkom je bekeuringen, maar kom je op een zwarte lijst en mag je nergens meer laden. Dus weer de gulden middenweg zoeken?

Soms moet je in ons vak snelle beslissingen nemen. Maar door al die gekte kan dat dus niet, want je wilt ook niet tegen een van de 1000 wetten ingaan. Dus gebeuren er soms dingen die onnodig zijn.

Communicatieprobleem

Nu iets anders: elektronisch vaarkaarten. Ze zijn te vergelijken met de TomTom op de weg. De kaart kun je koppelen aan AIS, zodat je op je ‘TomTom’ niet alleen je eigen route ziet, maar ook van iedereen die AIS heeft. Je kunt dit alles ook nog koppelen aan het radarsysteem, waardoor alle posities nog exacter worden. Een super-hulpmiddel. Maar meer is het ook niet. Het is een hulpmiddel en geen navigatiemiddel, want de techniek is feilbaar. Maar zelfs al werkt het perfect, dan nog zijn er gevaren. Stel de kapitein moet even naar de wc of wordt onwel. Hij roept iemand naar het roer en zegt: volg dit lijntje en alles komt goed. Ja, totdat er een tegenligger is op hetzelfde lijntje zit. Ook brengt de techniek de kapitein misschien wel teveel in verleiding om TV te gaan kijken of op internet te surfen. Net als app’en of niet handsfree bellen in de auto. En dikke kans dat roepen over de marifoon geen zin heeft. Het ding staat op laag volume, omdat het anders zo hinderlijk door het tv-programma heen klinkt.

Een communicatieprobleem van een andere orde is het gevolg van open grenzen en goedkoop personeel. Er zijn in onze sector mensen uit allerlei landen actief. En lang niet allemaal spreken ze Duits, Engels, Nederlands of Frans. Dan wordt het moeilijk om navigatie-afspraken te maken via de marifoon. Daar helpt ook geen verkeersbegeleiding tegen.

Investeren

Maar goed, ondanks alles vind je het een mooi vak en je wilt erin verder komen. Je besluit een nieuw tanker te laten bouwen voor circa zes miljoen euro. Je gaat op zoek naar financiers en een bevrachter met werk. Tijdens die zoektocht word je van alles beloofd, mondeling maar niet op papier. Maar het wederzijdse vertrouwen is groot en de investering komt rond.

Tegen de tijd dat het schip bijna vaarklaar is, ga je op zoek naar personeel. Met alle beloftes in gedachte denk je te weten hoeveel geld je ter beschikking hebt. Je kiest ervoor in de 24-uursdienst te gaan varen om meer reizen te kunnen doen. Dus je moet met minimaal vier personen op het schip zijn. Maar ja, dat personeel wil ook eens naar huis, dus heb je al snel acht man nodig. Het goedkoopste aanbod komt van een uitzendbureau dat buitenlands personeel aanbiedt. Nu zijn er dus mensen aan boord waarmee het lastig communiceren is, maar je mag varen.

Tegenvallers

Na een tijdje kom je erachter dat de opbrengsten lager zijn dan voorspeld en de kosten (loon, onderhoud, materiaal, verzekering, rente/aflossing, brandstof) aanzienlijk hoger dan de deskundigen je hadden doen geloven. De zaak wordt onhoudbaar en er moet worden bezuinigd. Er zit niets anders op dan wat personeel te ontslaan. Nu vaar je dus onderbemand en dreigt oververmoeidheid. Bovendien is de besparing eigenlijk nog onvoldoende. De brandstofkosten nekken je en ‘alternatief bunkeren’, stelen uit de lading voor eigen gebruik, is daarvoor een oplossing. Nu blijft er wel genoeg over om de lopende rekeningen te betalen, alleen het technisch onderhoud schiet er nog steeds bij in…

Eye-opener

Dit zijn mijn gedachten over het toenemende aantal ongelukken de laatst tijd. Begrijp mij niet verkeerd, ik wil het beroep van schipper niet onderuit halen. Dit is bedoeld als eye-opener, tegen de ik-mentaliteit onder ons collega’s. En voor de wetgever die denkt met meer wetten alles veiliger te maken, voor de handhaver die met ons omgaat alsof wij criminelen zijn, voor de grote verladers, die steeds meer service verwachten voor dumpprijzen en voor de politiek die ons van alles belooft maar niets nakomt.

                                                

    

Opinie: Schipperen tussen wetten, klanten en schuldeisers | Schuttevaer.nl

Opinie: Schipperen tussen wetten, klanten en schuldeisers

De binnenvaart heeft de laatste 20 jaar op veiligheidsgebied veel vooruitgang geboekt. Wetten zijn aangepast en toegevoegd (RPR, BPR, ADN, Arbo, EBIS). Er zijn meer gespecialiseerde opleidingscentra en er is verkeersbegeleiding. Je hebt nu bovendien AIS, elektronische vaarwaterkaarten, betere radarsystemen, dieptemeters, betere communicatiemiddelen, dubbelwandige schepen, zero-alcoholbeleid en nog veel meer. Toch hoor je laatste tijd weer steeds meer over ongelukken in onze sector. Hoe kan dat?

  • ‘Sociaal-economische positie schipper leidt mogelijk tot ongelukken’
  • ‘Voor de politiek, die ons van alles belooft, maar niets nakomt’

Door Daniël Frerichs (tankvaartondernemer)
Ik denk dat ik er wel wat redenen voor heb. Ik zal proberen mijn bevindingen zo eenvoudig mogelijk uit te leggen, zodat ook mensen die niets met de vaart van doen hebben het kunnen begrijpen.

Laten we beginnen met de wetten. Bijna elk stukje water in Nederland kent zijn eigen wettelijke bepalingen. Je hebt het BPR (Binnenvaart Politie Reglement), het RPR (Rijnvaart Politie Reglement), de SVW (Scheepvaartverkeerswet), Scheepvaartreglement Eemsmonding, Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas, Scheepvaartreglement Westerschelde, Scheepvaartreglement Kanaal Gent-Terneuzen… Hier ligt al het eerste probleem. Een aantal regels komt in al deze reglementen overeen, maar er zijn her en der toevoegingen en ook weer andere bepalingen die elkaar soms zelfs tegenspreken. De bevoegde autoriteiten zijn het er bovendien niet altijd over eens volgens welke wet ze gaan handhaven. Dus de ene agent doet het zo en de andere doet het weer anders. Om boetes te voorkomen zoekt een aantal van ons de gulden middenweg. Anderen, die al eens zijn beboet, houden zich aan het wetje waarop ze zijn beboet. U begrijpt dus dat wetjes die alles veilig moeten maken juist voor onderlinge misverstanden zorgen. Op de weg heb je de Wegenverkeerswet, die op alle wegen in Nederland geldig is en niet alleen op de A15.

Onwerkbaar

Nu hebben wij ook nog een wet voor het veilig vervoer van gevaarlijk lading, het ADN. Deze wet wordt bijna jaarlijks aangepast. En voordat de nieuwe versie op schrift verkrijgbaar is, ben je zomaar vier tot zes maanden verder. Zie daar maar eens tijdig op in te spelen. Maar gehandhaafd wordt er natuurlijk al vanaf dag 1. Als je dan alles hebt aangepast aan de jongste eisen, dan ben je nog niet klaar, want de walinstallaties moeten ook worden aangepast en die partijen werken niet altijd mee. En tegen de tijd dat het daar ook op orde is, zijn juist de wetten weer veranderd.

En dat is niet alles, tankvaartondernemers krijgen ook te maken met EBIS. Dit is door een aantal grote olie- en chemiemaatschappijen ontwikkeld om het transport en overslag van ADN-goederen nóg veiliger te maken. Deelname aan EBIS is vrijwillig, maar wie niet meedoet krijgt geen werk meer aangeboden. Wie aan EBIS meedoet wordt elk half jaar gekeurd. Het personeel en het schip worden op tal van punten beoordeeld en gekeurd. Ook daar zijn dus regels voor. En dan komt het volgende probleem:  wil je je aan alle regels van EBIS houden, dan moeten soms de regels van ADN, Arbo en RPR worden overtreden. Weer kans op boetes dus. Houd je je niet aan EBIS, dan voorkom je bekeuringen, maar kom je op een zwarte lijst en mag je nergens meer laden. Dus weer de gulden middenweg zoeken?

Soms moet je in ons vak snelle beslissingen nemen. Maar door al die gekte kan dat dus niet, want je wilt ook niet tegen een van de 1000 wetten ingaan. Dus gebeuren er soms dingen die onnodig zijn.

Communicatieprobleem

Nu iets anders: elektronisch vaarkaarten. Ze zijn te vergelijken met de TomTom op de weg. De kaart kun je koppelen aan AIS, zodat je op je ‘TomTom’ niet alleen je eigen route ziet, maar ook van iedereen die AIS heeft. Je kunt dit alles ook nog koppelen aan het radarsysteem, waardoor alle posities nog exacter worden. Een super-hulpmiddel. Maar meer is het ook niet. Het is een hulpmiddel en geen navigatiemiddel, want de techniek is feilbaar. Maar zelfs al werkt het perfect, dan nog zijn er gevaren. Stel de kapitein moet even naar de wc of wordt onwel. Hij roept iemand naar het roer en zegt: volg dit lijntje en alles komt goed. Ja, totdat er een tegenligger is op hetzelfde lijntje zit. Ook brengt de techniek de kapitein misschien wel teveel in verleiding om TV te gaan kijken of op internet te surfen. Net als app’en of niet handsfree bellen in de auto. En dikke kans dat roepen over de marifoon geen zin heeft. Het ding staat op laag volume, omdat het anders zo hinderlijk door het tv-programma heen klinkt.

Een communicatieprobleem van een andere orde is het gevolg van open grenzen en goedkoop personeel. Er zijn in onze sector mensen uit allerlei landen actief. En lang niet allemaal spreken ze Duits, Engels, Nederlands of Frans. Dan wordt het moeilijk om navigatie-afspraken te maken via de marifoon. Daar helpt ook geen verkeersbegeleiding tegen.

Investeren

Maar goed, ondanks alles vind je het een mooi vak en je wilt erin verder komen. Je besluit een nieuw tanker te laten bouwen voor circa zes miljoen euro. Je gaat op zoek naar financiers en een bevrachter met werk. Tijdens die zoektocht word je van alles beloofd, mondeling maar niet op papier. Maar het wederzijdse vertrouwen is groot en de investering komt rond.

Tegen de tijd dat het schip bijna vaarklaar is, ga je op zoek naar personeel. Met alle beloftes in gedachte denk je te weten hoeveel geld je ter beschikking hebt. Je kiest ervoor in de 24-uursdienst te gaan varen om meer reizen te kunnen doen. Dus je moet met minimaal vier personen op het schip zijn. Maar ja, dat personeel wil ook eens naar huis, dus heb je al snel acht man nodig. Het goedkoopste aanbod komt van een uitzendbureau dat buitenlands personeel aanbiedt. Nu zijn er dus mensen aan boord waarmee het lastig communiceren is, maar je mag varen.

Tegenvallers

Na een tijdje kom je erachter dat de opbrengsten lager zijn dan voorspeld en de kosten (loon, onderhoud, materiaal, verzekering, rente/aflossing, brandstof) aanzienlijk hoger dan de deskundigen je hadden doen geloven. De zaak wordt onhoudbaar en er moet worden bezuinigd. Er zit niets anders op dan wat personeel te ontslaan. Nu vaar je dus onderbemand en dreigt oververmoeidheid. Bovendien is de besparing eigenlijk nog onvoldoende. De brandstofkosten nekken je en ‘alternatief bunkeren’, stelen uit de lading voor eigen gebruik, is daarvoor een oplossing. Nu blijft er wel genoeg over om de lopende rekeningen te betalen, alleen het technisch onderhoud schiet er nog steeds bij in…

Eye-opener

Dit zijn mijn gedachten over het toenemende aantal ongelukken de laatst tijd. Begrijp mij niet verkeerd, ik wil het beroep van schipper niet onderuit halen. Dit is bedoeld als eye-opener, tegen de ik-mentaliteit onder ons collega’s. En voor de wetgever die denkt met meer wetten alles veiliger te maken, voor de handhaver die met ons omgaat alsof wij criminelen zijn, voor de grote verladers, die steeds meer service verwachten voor dumpprijzen en voor de politiek die ons van alles belooft maar niets nakomt.