Reactie EBU en ESO op ASV-bericht over reservefonds

EBU en ESO, de Europese koepelorganisaties voor de binnenvaart, reageren gezamenlijk op de berichtgeving van de ASV over besteding van geld uit het reservefonds. Wie mee wil praten over de besteding van de miljoenen uit het fonds kan zich aansluiten bij EBU of ESO.

Hieronder de reactie van EBU en ESO:

EBU en ESO hebben kennis genomen van het artikel waarin ASV ingaat op de besteding van middelen uit het reservefonds. Naar aanleiding van dit bericht hechten wij er aan om de feiten op een rij te zetten en de misvattingen, waarmee ASV de pers benadert, in het juiste perspectief te plaatsen.

Waar ASV stelt dat het reservefonds door schippers is opgebracht moet erop gewezen worden dat dit geld betreft dat reeds 15 jaar geleden, na het buiten werking treden van Verordening 1101/89, aan een sloopactie is uitgegeven. Op grond van deze verordening hebben de binnenvaartondernemers destijds een bijdrage aan het zogenaamde ‘sloopfonds’ betaald, waaruit in die tijd de sloop van talrijke schepen is gefinancierd.
Na het buiten werking treden van deze verordening is met Verordening 718 uit 1999 een boeteregeling voor nieuwbouw ingevoerd, om een nieuwe overcapaciteit in de markt tegen te gaan. Deze boetes, de zogenaamde ‘oud-voor-nieuw-regeling’, zijn betaald door bedrijven en particulieren, die in de periode van 1999 tot 2003 nieuwe schepen aan de markt hebben toegevoegd en betreft dus geenszins middelen die door ‘de particuliere schippers zijn ingebracht‘, zoals ASV stelt.

EBU en ESO hebben in de afgelopen jaren in het kader van de voorbereiding van het NAIADES II programma met de Europese Commissie, daarin ondersteund door het Europees Parlement en de Raad, de nog steeds bestaande Verordening 718/1999 gewijzigd. Oogmerk van deze wijziging was de mogelijkheid een bredere besteding van de middelen uit het reservefonds, te realiseren, met name voor vergroening, innovatie en professionalisering van de binnenvaart. Beide organisaties zijn het over deze doelstellingen eens en werken op Europees niveau nauw samen met de beleidsmakers om voor de binnenvaart het benodigde kader voor vooruitgang, innovatie en verbetering van de positie van de sector te realiseren. Dit brengt ontegenzeggelijk de komende jaren veel extra werk en inzet voor de organisaties met zich mee.

Al in 2003 – en vervolgens nog eens in 2006 – hebben EBU en ESO (inclusief ASV), met de Commissie gesproken over versterking van de internationale organisaties vanuit het fonds voor een sterkere vertegenwoordiging ten behoeve van de sector.

Het is begrijpelijk dat iedereen over de besteding van deze middelen – die door de ondernemers in de binnenvaart gedurende de periode van de oud-voor-nieuw-regeling als boetes moesten worden betaald – mee wil praten. De betreffende Verordening wijst de zeggenschap daarover terecht toe aan de organisaties, die de binnenvaart op Europees niveau representeren en wier achterban dit geld ook heeft opgebracht. Iedereen die daarover mee wil praten kan zich bij één van deze organisaties aansluiten, voor zover aan de toetredingsvoorwaarden wordt voldaan.

 

Reactie EBU en ESO op ASV-bericht over reservefonds | Schuttevaer.nl

Reactie EBU en ESO op ASV-bericht over reservefonds

EBU en ESO, de Europese koepelorganisaties voor de binnenvaart, reageren gezamenlijk op de berichtgeving van de ASV over besteding van geld uit het reservefonds. Wie mee wil praten over de besteding van de miljoenen uit het fonds kan zich aansluiten bij EBU of ESO.

Hieronder de reactie van EBU en ESO:

EBU en ESO hebben kennis genomen van het artikel waarin ASV ingaat op de besteding van middelen uit het reservefonds. Naar aanleiding van dit bericht hechten wij er aan om de feiten op een rij te zetten en de misvattingen, waarmee ASV de pers benadert, in het juiste perspectief te plaatsen.

Waar ASV stelt dat het reservefonds door schippers is opgebracht moet erop gewezen worden dat dit geld betreft dat reeds 15 jaar geleden, na het buiten werking treden van Verordening 1101/89, aan een sloopactie is uitgegeven. Op grond van deze verordening hebben de binnenvaartondernemers destijds een bijdrage aan het zogenaamde ‘sloopfonds’ betaald, waaruit in die tijd de sloop van talrijke schepen is gefinancierd.
Na het buiten werking treden van deze verordening is met Verordening 718 uit 1999 een boeteregeling voor nieuwbouw ingevoerd, om een nieuwe overcapaciteit in de markt tegen te gaan. Deze boetes, de zogenaamde ‘oud-voor-nieuw-regeling’, zijn betaald door bedrijven en particulieren, die in de periode van 1999 tot 2003 nieuwe schepen aan de markt hebben toegevoegd en betreft dus geenszins middelen die door ‘de particuliere schippers zijn ingebracht‘, zoals ASV stelt.

EBU en ESO hebben in de afgelopen jaren in het kader van de voorbereiding van het NAIADES II programma met de Europese Commissie, daarin ondersteund door het Europees Parlement en de Raad, de nog steeds bestaande Verordening 718/1999 gewijzigd. Oogmerk van deze wijziging was de mogelijkheid een bredere besteding van de middelen uit het reservefonds, te realiseren, met name voor vergroening, innovatie en professionalisering van de binnenvaart. Beide organisaties zijn het over deze doelstellingen eens en werken op Europees niveau nauw samen met de beleidsmakers om voor de binnenvaart het benodigde kader voor vooruitgang, innovatie en verbetering van de positie van de sector te realiseren. Dit brengt ontegenzeggelijk de komende jaren veel extra werk en inzet voor de organisaties met zich mee.

Al in 2003 – en vervolgens nog eens in 2006 – hebben EBU en ESO (inclusief ASV), met de Commissie gesproken over versterking van de internationale organisaties vanuit het fonds voor een sterkere vertegenwoordiging ten behoeve van de sector.

Het is begrijpelijk dat iedereen over de besteding van deze middelen – die door de ondernemers in de binnenvaart gedurende de periode van de oud-voor-nieuw-regeling als boetes moesten worden betaald – mee wil praten. De betreffende Verordening wijst de zeggenschap daarover terecht toe aan de organisaties, die de binnenvaart op Europees niveau representeren en wier achterban dit geld ook heeft opgebracht. Iedereen die daarover mee wil praten kan zich bij één van deze organisaties aansluiten, voor zover aan de toetredingsvoorwaarden wordt voldaan.