SBM Offshore betaalt US$ 240 miljoen boete na omkoping

SBM Offshore heeft een door het Openbaar Ministerie aangeboden transactie geaccepteerd vanwege smeergelden die het bedrijf betaalde om buitenlandse opdrachten binnen te halen. SBM Offshore betaalt Justitie bijna een kwart miljard US-dollar als afdoening.

SBM Offshore betaalt US$ 240 miljoen boete na omkoping

Er liep ook een zaak van de Amerikaanse Justitie, maar die ziet nu volgens SBM-directeur Bruno Chabas af van vervolging. ‘We zijn blij dat we er nu uit zijn met de Nederlandse en Amerikaanse autoriteiten. We zijn in dit moeilijke proces over zaken uit het verleden steeds open, transparant en aanspreekbaar geweest. We kunnen ons nu volledig op de toekomst richten.’

SBM Offshore is vooral actief op het gebied van de bouw, lease en exploitatie van drijvende opslag- en productieplatforms (FPSO).

Boete en ontneming

De transactie bestaat uit een betaling door SBM Offshore aan het Openbaar Ministerie van in totaal US$ 240 miljoen. Dit bedrag bestaat uit 40 miljoen US-dollar boete en 200 miljoen US-dollar ‘ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel’. De eerste 100 miljoen dollar is volgens Chabas inmiddels overgemaakt.

De transactie heeft betrekking op door het Openbaar Ministerie en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) geconstateerde ongeoorloofde betalingen aan handelsagenten en buitenlandse overheidsfunctionarissen in Equatoriaal Guinea, Angola en Brazilië in de periode van 2007 tot en met 2011. Die betalingen leveren naar het oordeel van het Openbaar Ministerie de strafbare feiten van ambtelijke en niet-ambtelijke omkoping alsmede valsheid in geschrifte op.

Passende afdoening

Het Openbaar Ministerie ziet de transactie ex artikel 74 van het wetboek van strafrecht als een ‘passende afdoening’ van de zaak. De afdoening bevat een boete- en ontnemingscomponent. Daarnaast heeft de in de eerste helft van 2012 aangetreden nieuwe Raad van Bestuur van SBM Offshore op eigen initiatief een omvangrijk pakket aan maatregelen tot verbetering van de compliance van de onderneming genomen. Daar hecht het Openbaar Ministerie belang aan, opdat bovengenoemde strafbare feiten in de toekomst zich niet meer voor zullen doen.

Verder onderzoek

Uit het strafrechtelijk onderzoek is voorts gebleken dat enkele natuurlijke personen betrokken zijn geweest bij de naar het oordeel van het Openbaar Ministerie gepleegde strafbare feiten. Het Openbaar Ministerie heeft in een zaak als deze jurisdictie op het moment dat er strafbare handelingen in Nederland hebben plaatsgevonden, of wanneer het om Nederlanders gaat die in het buitenland strafbare handelingen plegen. Daar is bij de huidige stand van onderzoek niet van gebleken. Het Openbaar Ministerie zal alle medewerking verlenen aan landen die wel jurisdictie hebben om de betrokken natuurlijke personen te vervolgen.

Nederland laat met deze zaak zien dat het optreedt tegen buitenlandse corruptie. Het Openbaar Ministerie vindt corruptie en daaraan gerelateerde strafbare feiten ernstig vanwege het ondermijnende en corrumperende karakter op de samenleving.

SBM Offshore betaalt US$ 240 miljoen boete na omkoping | Schuttevaer.nl

SBM Offshore betaalt US$ 240 miljoen boete na omkoping

SBM Offshore heeft een door het Openbaar Ministerie aangeboden transactie geaccepteerd vanwege smeergelden die het bedrijf betaalde om buitenlandse opdrachten binnen te halen. SBM Offshore betaalt Justitie bijna een kwart miljard US-dollar als afdoening.

SBM Offshore betaalt US$ 240 miljoen boete na omkoping

Er liep ook een zaak van de Amerikaanse Justitie, maar die ziet nu volgens SBM-directeur Bruno Chabas af van vervolging. ‘We zijn blij dat we er nu uit zijn met de Nederlandse en Amerikaanse autoriteiten. We zijn in dit moeilijke proces over zaken uit het verleden steeds open, transparant en aanspreekbaar geweest. We kunnen ons nu volledig op de toekomst richten.’

SBM Offshore is vooral actief op het gebied van de bouw, lease en exploitatie van drijvende opslag- en productieplatforms (FPSO).

Boete en ontneming

De transactie bestaat uit een betaling door SBM Offshore aan het Openbaar Ministerie van in totaal US$ 240 miljoen. Dit bedrag bestaat uit 40 miljoen US-dollar boete en 200 miljoen US-dollar ‘ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel’. De eerste 100 miljoen dollar is volgens Chabas inmiddels overgemaakt.

De transactie heeft betrekking op door het Openbaar Ministerie en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) geconstateerde ongeoorloofde betalingen aan handelsagenten en buitenlandse overheidsfunctionarissen in Equatoriaal Guinea, Angola en Brazilië in de periode van 2007 tot en met 2011. Die betalingen leveren naar het oordeel van het Openbaar Ministerie de strafbare feiten van ambtelijke en niet-ambtelijke omkoping alsmede valsheid in geschrifte op.

Passende afdoening

Het Openbaar Ministerie ziet de transactie ex artikel 74 van het wetboek van strafrecht als een ‘passende afdoening’ van de zaak. De afdoening bevat een boete- en ontnemingscomponent. Daarnaast heeft de in de eerste helft van 2012 aangetreden nieuwe Raad van Bestuur van SBM Offshore op eigen initiatief een omvangrijk pakket aan maatregelen tot verbetering van de compliance van de onderneming genomen. Daar hecht het Openbaar Ministerie belang aan, opdat bovengenoemde strafbare feiten in de toekomst zich niet meer voor zullen doen.

Verder onderzoek

Uit het strafrechtelijk onderzoek is voorts gebleken dat enkele natuurlijke personen betrokken zijn geweest bij de naar het oordeel van het Openbaar Ministerie gepleegde strafbare feiten. Het Openbaar Ministerie heeft in een zaak als deze jurisdictie op het moment dat er strafbare handelingen in Nederland hebben plaatsgevonden, of wanneer het om Nederlanders gaat die in het buitenland strafbare handelingen plegen. Daar is bij de huidige stand van onderzoek niet van gebleken. Het Openbaar Ministerie zal alle medewerking verlenen aan landen die wel jurisdictie hebben om de betrokken natuurlijke personen te vervolgen.

Nederland laat met deze zaak zien dat het optreedt tegen buitenlandse corruptie. Het Openbaar Ministerie vindt corruptie en daaraan gerelateerde strafbare feiten ernstig vanwege het ondermijnende en corrumperende karakter op de samenleving.