Door Rinus van der Jagt,
Plaatsvervangend regiovertegenwoordiger Zeeland

Tijdens dit overleg moet ik regelmatig uitleggen waarom de binnenvaart nog zo weinig van de parallelle routes (fietspaden) en de nevengeulen gebruik maakt. Als gebruiker (binnenvaart) van de Westerschelde hoor ik van collega’s verschillende redenen om er geen gebruik van te maken als de Verkeerspost vraagt: ‘Gaat u door het hoofdvaarwater of via de nevengeul?’

De redenen die dan worden genoemd zijn bijvoorbeeld: het mag niet van mijn verzekering; het mag niet van mijn rederij; ik ben daar niet bekend en weet niet hoeveel water er staat. Ook heb ik eens gehoord: bij slecht zicht of een sneeuwbui ga ik niet door een nevengeul. Bedenk dan wel dat je als binnenvaart in een nevengeul dikwijls meer ruimte hebt dan de meest zeevaart in de hoofdgeul.

Gratis

Bij de eerste twee redenen zet ik mijn vraagtekens, maar de derde reden, daar is gemakkelijk iets aan te doen. De nevengeulen worden vier keer per jaar gepeild en als het nodig is wordt er tussendoor ook gepeild als er meldingen binnenkomen dat er droogtes worden geconstateerd.
De peilingen van de Westerschelde worden bijna wekelijks verwerkt in de ENC’s die u gratis kunt downloaden op vaarweginformatie.nl. Er kan ook (gratis) een viewer worden gedownload waar u de kaarten kunt bekijken. Als u dat bekijkt op een PC waar ook AIS en GPS is op aangesloten, ziet u ook uw eigen positie en de schepen met AIS. Ook kan er een veiligheidscontour worden ingesteld van de diepgang van het schip. Dan ziet u dus in één oogopslag of u met die geladen diepgang door een nevengeul of over het fietspad kunt bij LAT (Lowest Astronomical Tide).

Bij de gebruikers van een Periskal/Tresco is dit al lang mogelijk. Die kunnen met een internetverbinding op elk gewenst tijdstip de waterstand opvragen en de veiligheidscontour wordt dan automatisch aangepast.

LAT

De waterstand in de ENC’s wordt aangegeven ten opzichte van LAT (Lowest Astronomical Tide). Deze lage waterstand komt maar enkele keren voor per jaar. Meestal zal de waterstand bij laagwater dus nog enkele decimeters hoger zijn. De waterstand ten opzichte van LAT wordt elk uur op VHF 12 en 14 omgeroepen en is tussentijds opvraagbaar bij alle verkeersposten. Het LAT ligt gemiddeld 20 tot 30 centimeter lager dan het voor 2006 gebruikte GLLWS (Gemiddeld Laag Laagwater Spring). Een diepgang van vier meter bij LAT is in bijna alle nevengeulen en fietspaden mogelijk, behalve in het Schaar van de Noord. Daar blijft tegenwoordig twee meter water staan op de droogste plaatsen.

Verder zijn er plannen om tussen Hansweert en Terneuzen aan zowel de groene als rode zijde gele tonnen uit te leggen achter de boeien 32 en 35 om ook daar een fietspad te creëren.