De Noorderlicht lag zand te laden bij de laadsteiger beneden Amerongen, waar de uiterwaarden worden ontgrond. Toen het schip voor tweederde was geladen, zag de schipper dat de machinekamer vol liep. Hij alarmeerde de hulpdiensten en kon met zijn familie via de laadsteiger naar de wal.
De hulpdiensten, Rijkswaterstaat en de brandweer, zetten pompen over op het schip en begonnen met pompen. Intussen schakelde verzekeraar EOC berger FBT uit Druten in. ‘De brandweer zette pompen in de machinekamer, want daar zat het lek’, zegt berger Fikke. ‘Op onze aanwijzing hebben ze ook de deur van de machinekamer dichtgedrukt. Wij zijn toen snel met ons kraanschip Hebbes en een sleepboot van Druten naar Amerongen gevaren. Toen we aankwamen was de situatie penibel. De dennenboom stond nog 30 centimeter boven water. Maar de pompjes van de brandweer zorgden er wel voor dat het schip niet verder zonk. Wij hebben met onze grote pompen de machinekamer drooggepompt en het lek in de machinekamer daarna gedicht. Ondertussen werd een deel van de lading overgeslagen in de Cascade en kwam het schip weer boven.’
De woning is volgens Fikke redelijk droog gebleven. ‘Daar hebben ze geluk mee gehad. Het water stond aan de buitenkant halverwege de ramen. Maar het schip had vrij nieuwe goede ramen, die de druk van het water konden houden. Eigenlijk heeft alleen de machinekamer onder water gestaan.’
De schipper had het schip net. Dit was zijn tweede reis. Dinsdag is de Noorderlicht naar een werf gesleept.