De schipper van het grote koppelverband die voor elke prijs vaart, gaat met alle plezier voor tachtig eurocent per ton naar Duisburg. Maar hij doet het als de nood aan de man komt ook voor zestig eurocent. ‘Dan knoop ik er nog een bak aan vast en vaar ik met ruim 10.000 ton. Er liggen zestig bakken leeg in Rotterdam, een bak kun je voor een appel en een ei krijgen. Ik houd dan nog steeds 1000 euro per dag over. Ik móét wel voor elke prijs varen, want ik moet mijn personeel betalen. Ik betaal gewoon mijn rente en aflossing aan de bank. Ik heb dit schip gekocht omdat ik wist dat ik het bij elkaar kon verdienen, ook in slechte tijden. Ik heb in goede tijden genoeg bij elkaar verdiend om het nu te kunnen uitzingen. Ik lig namelijk ook heel veel stil.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?